zondag 13 oktober 2013

Kouwe kak en Karma



Kouwe kak en Karma


”Geloof jij in Karma?” Bep kijkt me vorsend aan als ik niet snel genoeg antwoord,
” of je in karma geloofd. boontje komt om ze loontje, wie goed doet goed ontmoet, eige schuld dikke bult, wie ’t laatst lacht ...van dat werk dus.” 

“Oh, Karma?”  zeg ik aarzelend omdat ik niet goed begrijp waar Bep naartoe wil.
“Ja Bep, daar geloof ik wel in. Ik ben er van overtuigd dat we allemaal vroeg of laat, en op wat voor manier dan ook de rekening voor ons gedrag -goed of slecht- gepresenteerd krijgen. “ 

“Kijk dat bedoel ik dus, ik geloof daar namelijk ook in en daarom probeer ik altijd goed te zijn voor de mense, niet alleen daarom hoor, ik ben van nature gewoon een vredelievend persoon. Het is me als het ware aangeboren. ”
Ik knik instemmend, en niet alleen omdat ik overtuigd ben van Bep’s gelijk. Zelfs als ze het niet heeft zou ik instemmend knikken, ik moet tenslotte nog gebruik maken van haar toilet.

“Nee waarom vraag ik dat, me buurman - een schat, maar een beetje een schlemiel- had een nieuwe vriendin. “
Ze kijkt me even onheilspellend aan voor ze verder gaat.
“En omdat we mekaar al zo lang kenne en hij geregeld een bakkie bij me komt doen had ik gevraagd of ie d’r een keertje mee wou neme, effe kennismake. Hij kijkt de laatste tijd zo zielig, dus ik wou effe wete wat voor vlees ie in de kuip had. Nou dat heb ik gewete, wat een graftak. ’t Begon al zodra ze binne kwam. Cynthia, ”want zo heette ze - ’tsja daar kan ze zelluf ook niks aan doen -  stelt d’r eige voor en ik hoor die hete aardappel achter in haar keel wel al hange maar ik zeg, ga lekker zitte wijfie, doe of je thuis bent, dan zet ik effe een lekker bakkie koffie.

Nou, ze dronk geen koffie, of ik Earl grey  had met een schijfie citroen. Ik zeg nog voor de gein, hoe grijs wil je ’t hebbe? Maar ik voelde al nattigheid, wat een azijnpisser zeg. Stond me bank af te kloppe voor ze ging zitte, terwijl ik die notabene net had afgenome. Afijn, zij aan de thee, pink omhoog en nippe, je kent ’t wel. Ik vraag of ze d’r misschien een lekkere moorkop van de warme bakker bij wil. Nee dat wilde ze niet want ze lette op d’r lijn. Ik zeg nog droog, welluke lijn? -zo mager als een ram, geen tiete, geen kont. Je kon d’r zo door een lampeglas trekke. 

Begint ze me daar toch een partij op te scheppe. Ze kwam uit een hele goeie familie en was ergens heel in de verte zelfs van adel. Wat een kouwe kak. Of dat mij wat interesseert, ik vind je aardig of niet, of je nou bankdirecteur bent of op de markt staat. En ze kocht d’r kleren altijd bij Maison de Bonneterie en d’r schoene bij Jan Janse. Laat ik nou denke dat ze het over die wielrenner had, dus ik zeg, goh,  zit ie tegenwoordig in de schoenen. Nee dat was een andere Janse. En me buurman maar in de gate houwe hé, hij mocht niet eens een sigaartje opsteke want dat stonk zo en daar had ze last van. En hij moest ’s een stropdas kope. Ze wilde zo graag nog ‘s een cruise naar de Bahama’s maken. Nou ik zag die schlemiel zijn zuurverdiende spaarcentjes al in haar Bonneteriezakke verdwijne . En hij liet ’t zich allemaal maar aanleune, ik zag ‘m steeds kleiner worde, zo zielig. Dus ik zat me te verbijte, maar ik denk ... laat je niet kenne Bep.... vriendelijk blijve... denk aan je karma.

Op een gegeve moment komt het gesprek op me werk, nou meid toen ze hoorde wat ik deed voor de kost was ’t helemaal gebeurt met de gezelligheid. Ik zeg, zo Cynt, en wat doe jij dan voor de kost? Ze was weduwe, laat ik nou nooit gewete hebbe dat dat een vak was. Maar goed, ik denk laat ik de sfeer d’r is effe lekker inhouwe, ik zit toch nog minimaal een uur met dat kadaver opgescheept. Dus ik zet een gezellig cd’tje van Peter Beense op, ik denk dan komt de stemming d’r misschien lekker in. En me buurman -de schlemiel- die zat ‘m te knijpe hé, ik zag ’t aan ze smoel. Maar wat ik ook probeerde - ik heb zelfs me dure kersebonbons in de strijd gegooid- Nee, ze was an de lijn, zei ze weer met dat zuinige mondje.  Pfff .. een borreltje dan Cynth? Ik denk, dan komt ze misschien een beetje los. Nou nee, ze dronk alleen af en toe een sherry'tje. Nou die troep had ik dus niet in huis. Dus ik kon geen goed meer doen. 

Afijn, ze moest ineens weg, dus ik help Cynthia in d’r Bonneterie jas. En terwijl ze naar de deur loopt blijft ze met d’r dure hak achter de drempel hangen. Krak, zegt ie. Jan Janse of geen Jan Janse, geen hak is bestand tegen zo’n solide drempel. Nou daar stond ze dan met die hak in d’r hande en ze schiet me daar toch in de stress. Alsof de wereld verging, en ik zag me buurman al zo peinzend naar d’r kijke. En toen drong het pas tot me door hé ...... karma.

Me buurman heeft inmiddels dus ’t licht gezien. De verkering is uit. Boontje komt om ze loontje, wie goed doet goed ontmoet,eige schuld dikke bult, wie ’t laatst lacht .... 
Karma......... van dat werk dus.” 


© Copyright Ingrid Punt januari 2012