zaterdag 21 september 2013

Verjaardag


Verjaardag

"Heb ik je al verteld over Rinus?" In de veronderstelling dat Bep me weer een amoureus verhaal uit een ver verleden gaat vertellen, kijk ik haar argwanend aan.
"Nee Bep, maar  vertel" weet ik enthousiast uit te brengen.

'Nou Rinus is een neef van me en een beetje kierewiet. Maar met ze verjaardag ben ik toch maar effie’s  bij hem langs gegaan, gewoon omdat er verder haast geen mens naar hem omkijkt. Afijn, ik een sigaartje voor ‘m gekocht –want dat vind ie lekker- maar voor ze deur stond ie me al op te wachte in ze nette pak, plastic tassie in ze hande.
Ik zeg nog, "wat nou Rinus mag ik niet binne komme voor een bakkie?"
"Jawel, zegt ie, maar we gaan lekker naar ’t tuincentrum."

Nou was het gelukkig lekker weer -en ik kon zelf ook nog wel wat plantjes op me balkon kwijt- dus dat leek me wel een goed idee. Maar ’t was best nog een pittig eindje lopen vanaf zijn huis en ik had me mooie rooie pumps aan... m’n zit schoenen... weet je nog? Maar goed ’t was ze verjaardag dus ik wilde niet lullig doen, maar bij het tuincentrum stonde de blare op me hiele.

"Wat voor plantjes wil je hebbe Rinus?" Vraag ik nog met me goeie gedrag."
"Plantjes? Ik mot helemaal geen plantjes!" zegt ie.
"Waarom loop ik dan dat hele pokke end hier naar toe?" vroeg ik nijdig.
"We gaan lekker koffie drinke Bep... die is hier gratis. Wat wil je meid, koffie, warme chocola, cappuccino of latte machiaa... Uhhh... Nou ja dat slappe Italiaanse spul. Zeg maar wat je lekker vindt d’r is genoeg keus en het kost me niks."

Nou had ik pijn in me voete, dus ik plof daar aan die tafel bij de koffieautomaat, ik was blij dat ik me pumps effe uit kon doen. Hij haalt koffie... niet te zuipe... maar goed, ik wilde niet lullig doen.
"Wil je d’r een lekkere gevulde koek bij?" vraagt ie, en hij haalt een pak gevulde koeke van de Euroshopper uit ze tassie.
"Hier meid, lekker neem d’r maar meteen twee, ik ben tenslotte jarig."
Nou weet ik dat ik van gevulde koeke ’t zuur krijg en zeker die van de Euroshopper... maar ik wilde niet lullig doen... het was tenslotte ze verjaardag. Maar ’s avonds heb ik het gewete. D’r is geloof ik wel een hele doos Rennie’s doorheen gegaan. Maar goed... ik geef ‘m dat sigaartje... als een kind zo blij. 

Hé... ome Rinus was ’t om de haverklap als d’r iemand langsliep.
"Gezellig hé," zegt ie... "ik kom hier vaak hoor, ’t is net of ik een hele hoop aanloop heb en of ze allemaal bloemen voor me hebben meegenome." Toen nam ie nog een slobber van ze koffie en ging ie genietend in de rondte zitte kijken. Nou in die tussentijd konde mijn hiele een beetje op adem komme. Na een bakkie of vier en twee gevulde koeken verder vond Rinus het welletjes.
"Kom meissie we gaan maar weer ’s op huis aan."

Ik heb mezelf in me pumps gepropt en heb ‘m netjes thuis afgeleverd... zonder plantjes...
’s Avonds belde die me nog op.
"Gezellig daggie gehad hé Bep? Volgend jaar doen we het weer."
"Weer naar het tuincentrum Rinus?" Vraag ik nog in m’n onbenul.
"Nee," zegt ie "dan gaan we naar de Nieuwe Ooster."
"Doe me een lol Rinus met je begraafplaats... je bent toch niet van plan om de pijp uit te gaan? Je kan nog wel een paar jaar mee hoor." 

"Nee natuurlijk niet... maar dan krijge we lekker een plak cake...  ik krijg ’t zuur van die gevulde koeke."


Copyright© Ingrid Punt september 2011



dinsdag 17 september 2013

Wilhelmus


Wilhelmus

'Jij had zeker verwacht mijn zuster hier vandaag te zien?'
Tot mijn grote verbazing zit Bep gewoon op haar stek alsof ze daar nooit weg is geweest.
'Ik dacht dat jij er een paar dagen tussen uit zou gaan?' vraag ik haar verbaast waarop ze me met een scheefgetrokken mond aan kijkt.
'Tja.. dat dacht ik dus ook maar dat ging mooi  niet door. Zoals afgesproken ging ik mijn vriendin ophalen -ik had je verteld dat ze een beetje warrig is de laatste tijd-  maar toen ik bij haar aanbelde stond ze erop dat ik effe binne zou komme. Ik zeg nog tege d’r, kom op nou Miep we hebben een trein te hale –we zoude een dagje naar Hoogh Catharijne, en ik was al laat- maar nee, ze stond erop. D’r was een goeie vriendin bij haar op bezoek en die wilde ik vast wel graag zien.

Ze deed zo enthousiast, en nieuwsgierig als ik ben dacht ik, vooruit dan maar. Ik veeg me voete en loop naar binne. Maar niemand te zien, ik denk; wat kinderachtig gaat ze d’r eige nog verstoppe ook. Zegt Miep die achter me staat;
'kijk dan, zwaai nou effies naar d’r.'
'Wijst ze naar de televisie waar Oprah zit te ouwenelen. En wat denk je? ze begint als een gek naar de televisie  te zwaaie. Nou meid, me mond viel ope, en toen Oprah voor sinterklaas begon te spele en iedereen in het publiek een auto cadeau kreeg, begon ze me toch te juiche.
'Zo, die zijn binne, zegt ze, één voor jou en één voor mij.'

'Kompleet de weg kwijt, en ik wist ook zo gauw niet wat ik daar nou mee aan moest. Dus ik zwaaide maar een beetje mee, naar die trein konde we toch al fluite. Toen Oprah eindelijk uitgewauweld was, wilde ze nog niet weg want dat vond ze zo zielig voor die man. Ik zeg… welke man? Nou die man die het nieuws voor kwam leze. En maar vriendelijk naar de televisie lache, ik kreeg het er een beetje benauwd van. Toen ze aan die nieuwslezer vroeg of ie misschien ook een bakkie koffie wilde, kon ik het niet langer aanzien. Dus ik zet die tv uit. Miep zwaar de pest in natuurlijk, kijkt ze nog achter de tv waar die was gebleve.  Ik zeg kom op nou maar… die televisie gaat niet weg maar onze trein wel. Begint ze me te vertellen dat ze het die ochtend zo druk had gehad want al die renners van de Tour de France  ware bij d’r op de koffie geweest. Ik denk, allejezus, tijd om aan de noodrem te trekke, dus ik heb d’r dochter gebeld.'

We worden in ons gesprek gestoord door een rolstoel die naar binnen wordt gerold.
'Komt U maar hoor dames, er is een toilet vrij. Hoe bent U eigenlijk bovengekomen?'… vraagt Bep vol ongeloof meer aan de rolstoel dan aan de dames.  De magere oude dame in de rolstoel knikt ondanks haar vermoeide blik vriendelijk, legt wat muntjes op het daarvoor bestemde schoteltje, en vertelt dat er gelukkig een paar potige medewerkers behulpzaam zijn geweest. De dame achter haar –aan de gelijkenis te zien waarschijnlijk haar zuster-  rolt  haar moeizaam het toilet in als Bep de deur voor ze geopend houd.
'Wat een gedoe hé, en straks moet ze ook weer naar benede worde gedrage,' zegt Bep nadat ze de deur achter hen heeft gesloten.
'Tijd voor een lift! Als ik mocht kieze dan zou ik tóch nog liever in een rolstoel zitte dan dat ik me verstand kwijt raak. Ook vreselijk natuurlijk maar dan kan je tenminste nog logisch denke hé? Nee, je gezonde verstand is toch het grootste goed.'

'Ze zit nu in een verpleegtehuis. Ik ben gistere  nog effe bij d’r langs geweest. Ze zat het Wilhelmus te zinge, en als ze nou nog een beetje kon zinge. Nou en dan is het slecht met haar gesteld hoor, want ze heeft een pesthekel aan het koningshuis. Ze hadde d’r kroon gejat zei ze, of ik d’r effe een melding van wilde make bij Mark Rutte, toen wees ze een verpleger aan. Gelukkig heb ze een tv op d’r kamer die heb ik maar snel aangezet, kon ik effe op me gemak naar de keuke om een bakkie koffie voor ons in te schenke. Toen ik terugkwam zegt ze; 'kijk Bep, wat zit die mevrouw d’r  haar toch altijd mooi hé?' wijst ze naar die tronie van Geert Wilders ... nou ja!

Ze kijkt me een beetje angstig aan.
'Dat zoiets zo snel kan gaan hé? Ik wist wel dat ze geestelijk achteruit ging maar zó snel. Kind, wat zielig hé, ja ook voor mij natuurlijk want ik zat mooi met die treinkaartjes waar ik geen moer meer aan had. Maar late we het maar zonnig bekijke. Miep heeft nu Oprah als vriendin, dat kan ook niet iedereen zegge.'
Om er met een scheef lachje aan toe te voegen. 
'Maar nu kan ik natuurlijk mooi die auto op me buik schrijve.'


Copyright © Ingrid Punt mei 2011


maandag 16 september 2013

Moppie


Moppie

'Goh… ik ben toch zó blij dat we elkaar weer zien.'
Ik kijk Bep niet begrijpend aan.
'De wereld zou toch vergaan, het laatste oordeel, de zondvloed, het einde der tijde en weet ik wat nog meer voor onzin. Kijk, voor mij maakt 't niet zoveel uit. Ik heb een zwaar maar mooi leve achter de rug. Maar jij komt net kijke.'
Ik schiet in de lach en kijk naar het grijze hoofd tegenover me in de spiegel.
'Ja, zo is ’t toch? Ze make de mense helemaal gek met die flauwekul en d'r zijn d'r altijd wel een paar die d'r in trappe en hun eige voor die tijd nog effe snel opknope. Een kennis van me is zelfs verkast naar Hongarije want daar zou die hoog boven op een modderige berg veilig zijn. Da’s toch triest, ze hele hebbe en houwe verkocht en nou zit ie daar in de middle of nowhere helemaal in ze eentje te verpietere en dan gebeurt er niks, noppes, nada.' 

'Nou als het gaat giete heb ik op de tuin nog wel een opblaasbare rubberboot van me kleinzoon legge. Maar ik was toch wel blij hoor dat ik vanmorge nog het licht zag, ik heb van de week nieuwe schoene gekocht en die had ik nog niet aangehad.'
Ik kijk verbaast naar de hoog gehakte pumps aan haar voeten.
'Ja, wat een moppie's hé, 't zijn eigenlijk zitschoene, ik kan d'r niet op lope met die rot knieë van me. Maar ik vond ze zó mooi. Maar ik heb ook slippers bij me hoor.'
'Oh, gelukkig,' zucht ik welgemeend met een schuine blik op haar vlezige wreven die gevaarlijk over het rode lakleer puilen. 

'Voor ik 't vergeet, volgende week ben ik er niet, dan neemt me zuster uit Groninge het effe een paar dage van me over. Ik ga met een vriendin op stap, die begint een beetje te dementere dus ik dacht dat zal haar vast wel effe goed doen, zolang ze het nog beseft.'
'Ik zal je missen Bep.'
'Maar Corrie is ook best aardig hoor – een beetje een dooie - maar gooi d'r een borrel in en je hebt een topavond. Ze schud ze zo uit d'r mouw, Max Tailleur is er niks bij. Je vraagt je af waar ze 't allemaal vandaan haalt met die droge kop van d'r.'
Bep begint te glimmen … 'moet je hore….'

- D'r komt een man bij de dokter ... dokter ik ben half doof.
- Dat kan niet meneer U bent doof of U bent niet doof.
- Dokter…. Ik ben halfdoof.
- Zegt U mij maar na, zegt de dokter…
- dokter; '10'
- patient; ' 5'
- dokter; ' 4'
- patient; ' 2'

Ze slaat haar handen op haar -rot- knieën en begint met lange uithalen te gieren. 
'Geweldig toch? En dan moet je die droge kop van me zuster d'r bij zien.' 
Ze droogt haar ogen, maar heeft duidelijk de smaak te pakken en gaat hinnikend verder…. 

- Ik heb een slechte mededeling voor U meneer... U heeft niet zo lang meer te leve.
- Wat is niet zo lang meer dokter?
- 10 meneer!
- 10 wat dokter… jare, maande, weke?
- 10,9,8,7,6,5…

Bep hapt naar lucht en klapt voorover op haar stoel. Als ze na een minuut of vijf blauw aan loopt begin ik me een beetje zorgen te maken. Maar na een lange uithaal zegt ze eindelijk  met een benepen stemmetje,
' Het zou nog leuker zijn als je die twee moppen combineert, oh…  ik pies zowat in me broek.'
Waarop ik snel een blik werp op de emmer met mop die achter in de toiletruimte staat en hoop dat hij daar niet staat waarvoor ik denk dat hij daar staat. 
Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij.

'Hallo moppie, moet jij zo nodig,' hoor ik Bep nog na grinnikend zeggen. Voor me staat een roodharig meisje van een jaar of zes –beentjes strak over elkaar geslagen- Bep benauwd knikkend aan te kijken.
'Die mevrouw vind het vast niet erg als jij effe voorgaat,' zegt ze tegen het moppie terwijl ze mij een knipoog geeft. En terwijl het moppie met haar beentjes gekruist naar het toilet hinkelt, kijkt Bep me lachend aan en vraagt …

'Ken je die van Sam en Moos die naar Parijs gingen?'




Copyright © Ingrid Punt mei 2011