donderdag 29 augustus 2013

Boosama



Boosama


'Sorry meid, maar ik moest de prijs verhoge,' ze wijst naar het bordje waar -Toilet 30 eurocent- op staat. 'Ja de verbouwing moet uit de lengte of de breedte hé. Wat vind je trouwens  van me nieuwe outfitje, ik had je toch verteld dat ik nieuwe kleding zou krijge?'
Ik kijk naar haar zwarte rok en knaloranje polo, 'Mooi,' zeg ik aarzelend.
'Echt?' Ze kijkt me wantrouwend aan.
'Ja, het geeft je iets uhhh, jeugdigs,' zeg ik, na nét iets te lang te hebben nagedacht. Ze begint te gieren. Het geluid heeft wel wat weg van een afgeschoten vuurpijl waarna het gieren overgaat in een zacht gegrinnik met gierende uithalen .
'Ach, ik val in elk geval wel op,' zegt ze als ze haar ogen droog gewreven heeft.  'Ik heb ze van de zaak in vier kleure gekrege,  turkoois, die is goed te doen, knalroze, net een wandelende zuurstok van zevenentachtig kilo, en een gele, hoe verzin je ‘t. Ik ben net een flink uit de kluiten gewasse kanarie.'
En weer word er een vuurpijl - nu vlak naast m’n oor- afgeschoten. Haar nieuwe outfitje heeft haar duidelijk goed gedaan.

Terwijl ze nog staat na te grinniken gaat de deur van één van de  toiletten open en er stapt een corpulente dame naar buiten. Nadat ze haar handen heeft gewassen en opgelucht door wil lopen wordt ze teruggeroepen. 'Hallo dame …U had nog niet betaald hoor.' De dame kijkt geïrriteerd, legt na wat gerommel in haar tas wat muntjes op het schoteltje, en loopt mokkend weg.
'En ik dacht nog wel dat ik opviel in die kleur,  zeker een hekel an oranje,'en weer begint ze te grinniken.
'Zo, als je effe wacht dan ga ik de boel een beetje voor je opfrisse. Alle Jezus wat een lucht,' hoor ik haar roepen nadat ze het toilet heeft geïnspecteerd. 'Dat was een zware bevalling,' ze pakt haar spuitbus van tafel en begint driftig in het rond te sprayen.

'Ze hebbe 'm hé?' Ze kijkt me afwachtend aan... 'ze hebbe 'm recht voor z’n giecheltje geschote!'
'Wie?' Vraag ik verschrikt.
'Nou Boosama… ze hebbe 'm te pakke. Tenminste als je alles moet gelove wat je op tv te zien en te hore krijgt.'
'Oh, Osama,' ik knik bevestigend.
'Osama, Obama, Boosama, één pot nat. Geloof mij nou maar het is gewoon een reclamestunt van die Amerikaanse President. Zo houwe ze mekaar in het zadel. Die zitte hun eige rot te lachen same. En die foto’s ware gewoon nep, het was net of ik één van die beelde van Madam Tussauds zag. Nee, daar trap ik niet in. Ach, die Amerikane ook weer blij. Want dat kenne ze goed hé. Andere mense vertelle wat ze doen en late motte en ondertusse lope ze zelf allemaal met een pistool op zak. Hetzelfde met die leipe Khadaffi, eerst wapens aan dat stuk tuig levere, maar als zo’n vent dan te veel praatjes krijgt valle ze binne en worde ze met hun eige wapens om de ore geschote.

'En die Koraneze zijn heus niet allemaal zo slecht als ze zegge hoor.'
'Koraneze?' Ik kijk haar niet begrijpend aan.
'Ja, Koraneze, of Islamiete, hoe je ze noeme wil, maar dat is ook al een vies woord tegenwoordig. In de Koran staan best goeie dinge hoor net als in de bijbel, het is maar net wat de mense d’r zelf van wille make. Ik heb er ook een paar op de trap, nou hele lieve mense.  En hun kindere, allemaal eve beleefd, ik kan niet anders zegge. Ze nodige me ook altijd uit op de thee, en daar hebbe ze dan van die lekkere koekkies bij  met note en honing. Kom, hoe noeme ze die nou, iets met lava of zo. Je mot gewoon niet een heel volk over één kam gaan schere hé? Maar de mense kunne alleen maar zwart wit denke tegenwoordig. Nou ikke niet hoor, ik ben net een toverbal.'

Ze trekt de toiletdeur nogmaals wijd open en snuift even diep…. 'Nou meid, je kan d’r bij hoor... de lucht is geklaard!'


©Copyright  Ingrid Punt mei 2011


woensdag 28 augustus 2013

Kleffe handjes


Kleffe handjes

‘Hé schat, weer lekker vrij? jij hebt toch maar een luizenleventje. Ach, je weet wie het zegt hé ?’
Ja ik weet wie het zegt en ik kijk naar haar donkerbruin geverfde haar dat normaal gesproken perfect in de plooi valt maar er nu enigszins verward uitziet net als zijzelf trouwens. Alles blijkt bezet dus om de tijd enigszins te doden en vanwege haar zichtbare ongenoegen vraag ik hoe het met haar gaat.
‘Tja kind, we moddere maar door maar ze zijn van plan om de wc ’s naar bove te gooie. Nou en dan kan ik het schudde. Denk je dat de mense de moeite  neme om naar bove te gaan voor een plas? De oudjes kenne dat niet en de jonkies zijn d’r te beroerd voor,  die zijn al te lui dat ze de dag aankijke.  Kijk… als ze d’r nou nog een lift tegenaan gooien, maar alleen een roltrap naar bove zet geen zode an de dijk, je mot toch ook weer ’s naar benede en dan wordt een  trap een belemmering. Nee, ’t mag allemaal niet te veel koste.

Ik mag blij zijn als ik het zelf ga redden met dat poot,’ en ze trekt haar jasschort omhoog waardoor een smal litteken zichtbaar wordt van zeker twintig centimeter. De lange witte streep loopt vanaf haar scheenbeen tot halverwege haar immense dij en glinstert in het tl licht. Ze kijkt er zelf met bewondering naar alsof het formaat van het litteken én haar dij haar nu pas echt opvalt.
‘Kunstknie…  nu zo’n twee jaar gelede. Ja, meid ouderdom komt met gebreken, en mijn gebrek is twee rotte knieë.’

'Hé lekker ding, jij mag doorlope hoor. Kijk mop de tweede is vrij.’ Ze loods een grote dikke man, - grote bruine aktetas, slobberig donkerblauw pak, rond de buik te strak, de pijpen en mouwen te kort en de schouders te wijd- het smalle gangpad door naar het vrije toilet. ‘Ik kan me d’r verder goed mee redden hoor alleen traplopen gaat een beetje moeizaam. Nou mot me andere knie d’r binnenkort ook aan gelove maar als ik dan steeds naar beneden mot lope….   Houw maar op schei maar uit.

‘En ik mot een kostuum van  hier an… Nou ja kostuum, niks bijzonders eigenlijk. Gewoon een rok en een blouse met hun logo d’r op. In zo’n lekkere knalkleur weet je wel. Je loopt gewoon voor gek,  maar ja… het is verplicht hé. Stel je ’s voor dat de mense vergete in welke winkel ze op de plee zitte. ’t Is alleen zo zonde van al me eige mooie klere. Dat hangt dan maar in de kast. Die ene keer in de week dat ik ze an kan is als ik naar de club ga. Had ik je dat al verteld?  Elke vrijdag  ga ik met een vriendin naar  het buurthuis. Eerst drinken we gezellig met ze alle een kop koffie  en daarna gaan we lekker sjoele. Nou van die ene keer in de week zulle me goeie klere niet slijte. Hé jasses… loop ik straks met zo’n joekel van een letter op me rug, ’t lijkt wel sinterklaas. Maar je hebt niks in te brenge hé, ze duwe ‘t gewoon door je strot dus je hebt ‘t maar te slikke. '
'Dag lieverd, fijne dag nog en de groetjes thuis hé.’ De man met z’n bruine aktetas en blauwe slobberpak wurmt  zich weer door het smalle pad naar buiten.

‘Wat een type hé? Hij lijkt een beetje op een verzekeringsagent die vroeger bij ons over de vloer kwam. Toen kwamen ze nog an de deur hé om de cente uit je zak te kloppe. Ook zo’n grote dikke kerel met  lange dunne armen en bene en van die kleine kleffe handjes. Gadverdamme, ik word nog misselijk als ik aan die kleffe jatten denk. Maar als ie weer weg ging moest je zo’n hand wel schudde natuurlijk. Zodra die de deur uit was ginge mijn handen onder de kraan.  Goh…. Hoe heette die nou ook alweer….meneer Gienke, Schienke… hé dat ik er nou niet op kan komme hé? Dat zeg ik ouderdom… Dat komt ook omdat me man en ik hem altijd Jan met de kleffe handjes noemde. Oh meid, d’r is ter ééntje vrij.’

Ik loop richting damestoiletten en hoor haar ineens opgelucht roepen…
‘Meneer Schellekens…  dát was ‘t.’




Copyright © Ingrid Punt april 2011


zondag 25 augustus 2013

Retirade

'Ik heb wel trug van een euro’tje hoor schat,' zegt ze terwijl ze met een hand waar jarenlang noeste arbeid in gegraveerd staat in de zak van haar jasschort graait. 'Nog effies wachte, ze benne allemaal bezet.'
Een oude man trekt zichtbaar opgelucht de toiletdeur achter zich dicht, als hij tevreden naar buiten wil lopen wordt hij door haar teruggeroepen. 'Eerst effies de hande wasse hé mop, anders mag je geen snoepie pakke.' Het mannetje loopt met een rood hoofd terug naar de wasbak en doet netjes wat hem wordt opgedragen, ze heeft de wind er blijkbaar flink onder. 'Ja, je mot ze opvoeden hé, anders komt er niks van die kerels terecht,' gaat ze verder als de oude baas zich daarna snel uit de voeten maakt. 'Hé… je vergeet je snoepie' roept ze hem nog na en geeft me een vette knipoog. Waarna ze gewapend met spuitbus en poetsdoek  grondig het vrijgekomen toilet  inspecteert.

Het wachten duurt iets langer dan gepland. 'Sorry wijffie, je treft het niet, waarschijnlijk is het spits voor de grote boodschap.' Ik probeer me er niets bij voor te stellen. 'Heb je lekker een vrije dag lieverd?' Ik knik bevestigend. 'Lekker hé, ja tegenwoordig hebben de mense véél meer vrije tijd als wij vroeger, werke most je tot je d’r bij neerviel. Nou meid, van een beetje werke is nog niemand slechter geworde hoor, neem dat maar van me an.' Een volle blaas maakt dat ik alles van iedereen aan wil nemen, dus ik knik instemmend. 'Tegenwoordig is 't een vies woord hé, ze motte allemaal studere, arts of weet ik veel wat, een beetje schilder of timmerman is haast niet meer te krijge. Daar hebbe we nu Pole voor. Voor jou is ie vrij hoor schat, eerste deur,' ze kijkt de man na, gestoken in een keurig grijs maatpak en bruine leren schoenen. 'Makelaar!'...  'Sorry?' zeg ik... 'da’s een makelaar' gaat ze verder, ' grijs pak, bruine schoenen, ik pik ze d’r zo uit.' zegt ze zelfverzekerd. Mijn blaas gelooft haar op haar woord.

'Nee, tegenwoordig zijn ze te beroerd om an te pakke, ze houwe liever hun hand op, van de week op de tv nog, dat mens zat tot over d’r ore in de schuld… wat denk je dat ze zegt?' Aangezien ik het desbetreffende programma niet heb gezien, kan ik er alleen maar naar gissen, maar gelukkig gaat ze onverstoorbaar verder. 'JE DENKT TOCH NIET DAT IK ACHTER EEN KASSA GA ZITTE HÉ? Nee, daar was mevrouw te mooi voor, nou vraag ik je, vroeger most je zelf je rotzooi oplosse, nou kan de hele wereld mee geniete en kan je op je lauwere gaan ruste en wachte tot een ander je probleme oplost. Toen ik dertien was most ik al an het werk, als hulp in de huishouding, ramen zemen, kleedjes kloppe, plee’s boenen, niet echt de leukste karweitjes en al me verdienste kon ik thuis afdrage. Arremoe hé, dat ik ging trouwe had ik geen rooie cent. Het huis was ingericht met krijgertjes, maar ik wist er toch wat gezelligs van te maken, en je was gelukkig met wat je had. Kom d’r nou nog maar ’s om, ze motte meteen op fluweel zitte.'

'Hoe oud denk je dat ik ben?' Vraagt ze me plotseling met een vorsende blik… de diepe lijnen in haar gezicht vertellen een ander verhaal dan haar keurig bruin geverfde kapsel waar geen spoortje grijs in te bekennen valt. Toch enigszins voor het blok gezet besluit ik ruim aan de veilige kant van mijn inschatting te gaan zitten, 'vierenzestig? ' …… 'TWEEËNZEVENTIG!' zegt ze glunderend, 'dat had je zéker niet gedacht hé?' Nee, dat had ik zeker niet gedacht, ik voel plots een hoge nood opkomen en ik vraag me af hoe lang het nog gaat duren, terwijl ik naar de vier gesloten toiletdeuren voor me kijk. Maar er volgt geen enkele beweging, hoe dwingend ik er ook naar kijk. 'Én altijd hard gewerkt hé, ik zat geen dag zonder…  eigenlijk zouw ik op m’n zeventigste gaan stoppe, dat hadde me man (ook zo’n harde werker) en ik zo afgesproke, we zouwe lekker same op pad gaan, same boodschappies doen op de markt, same naar ons kaartclubbie, lekker naar de tuin, gewoon lekker same geniete, maar toen ging ie plotseling dood… tsja, en wat mot je dan thuis in je ééntje?'

Aangezien ik ook geen idee heb ben ik blij dat één van de deuren eindelijk open gaat, dat scheelt me weer een welgemeend opbeurend maar tevens nietszeggend antwoord. 'Zo mop, jij lust zeker wel een lekker zuurtje hé,' zegt ze tegen de kleine meid die door haar moeder in haar maillot wordt gehezen. De kleine meid graait verlegen met haar kleine knuistjes in de schaal met snoepjes, en ik haast me naar de openstaande deur.

Terwijl ik de knip op de deur doe, hoor ik haar zeggen …
'Ik heb wel trug van een euro’tje  hoor schat.'

Copyright © Ingrid Punt maart 2011

Kennismaking

Bep

Een eerste kennismaking kan soms moeilijk verlopen. Niet met Bep. Bep is toiletjuffrouw en wat voor één. Vanaf het allereerste moment dat ik bij haar binnenliep heb ik haar in mijn hart gesloten. En zij mij in het hare, dat weet ik wel zeker. 

Hoe ik dat zo zeker weet? Bep sluit iedereen in haar hart. Zo niet, dan heb je het wel heel bont gemaakt en berg je dan maar. Bep heeft een groot hart van goud. En met haar eigenwijze kijk op het leven is ze een geliefde en unieke persoonlijkheid. Loop eens bij haar langs als je om een praatje verlegen zit of een sombere bui hebt. Ze is onderhoudend, een optimist in hart en nieren en bezit het vermogen om de grootste azijnpisser aan het lachen te krijgen.

Maar zorg wel dat je tijd hebt, want als Bep op haar praatstoel zit kom je niet snel van haar af.
Waar je haar kunt vinden?
Gewoon de bordjes toiletten volgen.