zaterdag 1 februari 2014

Handlezen




Handlezen

"Handlezen, één euro," Bep tikt op het bordje dat voor haar op tafel staat en kijkt me vanachter haar leesbril vragend aan. 'Of kom je alleen voor de gezelligheid?’
‘Tja meid, we moeten allemaal een beetje creatief te werk gaan hede ten dage. Dus ik dacht zo bij me eige, ik doe er niemand kwaad mee, dus waarom niet? Zie het als en geintje. Het komt zo…'

'Ik was met Henk -mijn nieuwe Haagse vlam- naar een paranormale beurs. Hij is er helemaal krankjorem van, dus nou vooruit, ik mee. Meid, je weet niet wat je meemaakt. Vijfentwintig euro de man, tel uit je winst. En druk… en allemaal van die zielepiete die denke d’r beter van te worde. Je moest iets persoonlijks neer legge, dus ik heb ’t schoteltje van hier daar op die tafel gezet.

Het begon al lekker. Die helderziende bleek een soort afgekeurde Jomanda in een lange jurk die het podium op kwam hinken. Het leek er wel eentje van de zwarte kousenclub. D’r compagnon was een klein dikkertje, dat plaatsnam achter een orgeltje. Ik dacht nog, ach gut, ’t lijkt wel een komische act. Echt een paar apart zal ik maar zegge. Met moeite kon ik de slappe lach -die natuurlijk al snel op kwam zette inhoude. Arme Henk, die voelde de bui al hange, dus die zat me al in me hand te knijpe.

Afijn, na een paar valse note op dat orgeltje begint die nep Jomanda met haar helderziende gave en laat ze nou nét mijn schoteltje van tafel pakke. Ze begon over een moeilijke stoelgang. Dus ik steek me vinger op, want dat moest dus bij herkenning. Begon ze over me zere knieë, nou dat is een makkie. Elke blinde kan zien dat ik moeilijk loop. Maar ze bleef daar maar over door zeure. Kreeg zeker niks anders van bove door. Ik moest echt op me tong bijte anders had ik gezegd dat ze naar d’r eige rot knieë moest kijke.

Maar ik laat me niet meteen kenne, dus ik denk, effe meespele Bep. Op een gegeve moment pakt ze me hand en zegt, U bent krankzinnig. Me bloeddruk begon al te stijge… had ik haar verkeerd verstaan. Kunstzinnig, bedoelde ze. Nou kunstzinnig klopt wel. Na de geboorte van me kleinkindere ben ik an het breie geslage. Truie met Micky en Donald Duck, zo mooi… niet te filme. Maar die koters ware allergisch voor wol, dus binne een mum van tijd zate ze onder de uitslag. Nou toen had ik het gauw bekeke. Wat dat betreft zat ze dus wel goed. Maar het kan even zo goed een toevalstreffer geweest zijn, niet dan?

Ik bedoel maar, dat is toch maar effe snel verdient. Dus ik denk… wat Jomanda ken, ken ik nog veel beter. Nou meid. Ik kan je vertelle, sinds ik dat extra schoteltje heb neer gezet zit ik op spirituele roze. En al wat je nodig heb is gewoon een flinke dosis mensekennis. Je moet de mense gewoon goed ankijke en dan weet je al half wat voor vlees je in de kuip heb. De mense late d'r eige zien zoals ze zijn zal ik maar zegge.

‘Hé, tante Bep, kan u mijn hand ook lezen? De opgeschoten knaap voor me legt een euro op het schoteltje en duwt zijn hand onder de neus van Bep.
‘Je hebt in elk geval je hande niet goed afgedroogd jongen, dat is over duidelijk.’zegt Bep terwijl ze zijn hand inspecteerd.
‘Maar….’ze kijkt de jongen bezwerend aan. ‘Maar… binnenkort ga je in de auto naar je werk en zegge ze meneer tege je.’
Zijn wangen kleuren rood. ‘Goh, te gek, dank U wel ,’ en hij maakt zich – met een glimlach van oor tot oor uit de voeten.

‘Die was niet zo moeilijk hoor, ik heb ze moeder gistere gesproke, die komt hier elke dag wel effe langs,’zegt bep me zodra de jongen uit het zicht verdwenen is. Morge heeft ie een sollicitatie gesprek. En of hij nou wel of niet word angenome, het is goed voor ze zelfvertrouwe, dus ik doe er eigenlijk niemand kwaad mee.

Zie je die dame daar voor de spiegel?’ Voor de spiegel staat een vrouw van middelbare leeftijd aan haar kapsel en kleren te plukken. ‘Ze komt net van de kapper en ‘t zit niet naar haar zin. Kijk maar, er zitten nog haartjes tussen haar kraag. Een grote bos bloeme in haar tas. Dat mantelpakkie draagt ze alleen op zon en feestdage, en is niet echt meer van deze tijd. En nu kwam ze d'r vanmorge achter dat het ineens wel erg aan de krappe kant zit. Maar ja, het is haar enige nette pakkie. Knellende schoene, aan de hakke te zien nét gekocht, en daar heeft ze nu al spijt van.…Conclusie, ze gaat naar een feesie, waarschijnlijk een verjaardag.
De vrouw wast haar handen, plukt nog even aan haar kapsel, loopt moeizaam langs Bep’s tafeltje en legt dan een muntje op het schoteltje.‘Handlezen? Goh, wat grappig.’Ze haal nog een euro uit haar portemonnee en duwt haar vlezige hand onder de neus van Bep. ‘Oh, zegt Bep, ‘ik zie het al. Een feesie in het verschiet. U en uw kapper begrijpe elkaar niet en U heeft een gigantische miskoop gedaan. O ja, en U gaat binnekort op dieet.

‘Wonderbaarlijk,’ kirt de dame, ‘hoe weet U dat allemaal?’
’Dat lees ik net in uw hand dame, tja, het is een gave. ’
De vrouw loopt hoofdschuddend met haar pijnlijke voeten weg.

‘Geef me je hand 's ‘zegt Bep en ik voel me een beetje ongemakkelijk.
‘Nou vooruit, niet zo kinderachtig, voor jou doe ik het gratis. Ze neemt mijn hand in de houtgreep en er is geen ontkomen aan.
’Ja hoor, jij moet gaan schrijve.’
’Dat is geen kunst Bep, dat wist je.’
’Nou oké, maar je eerste roman komt uit op…’
Ik kijk haar vol verwachting aan...
'Het toilet is vrij, en de rest mag je zelf invulle lieverd’
Ik zucht terwijl ik naar de toiletdeur loop. Ze heeft gelijk, sommige dingen hebben we gewoon zelf in de hand.

© Ingrid Punt april 2013


maandag 27 januari 2014

Elfstedentocht


Elfstedentocht


“Kijk uit hoor meid dat je niet onderuit gaat. Ik had al een dweiltje neergelegd en een bordje d’r bij met –voeten vegen a.u.b.- maar geen hond die ’t leest, ze lope zo met d’r sneeuwschuivers naar binne, en voor je ’t weet leg je op je muil. Daar kan ik echt niet tegenop dweile. Wat is ’t trouwens koud hé?”
Bep wrijft in haar wollen wanten en trekt de felgekleurde ijsmuts die ze op haar hoofd heeft nog wat strakker aan. Als ze ziet dat ik haar hoofddeksel sta te bewonderen verontschuldigd ze zich.
“Ja ’t ziet er misschien niet uit, maar het is niet om te harde als je hier zo’n hele dag mot zitte, ik heb alleen maar dat ene straalkacheltje. Ik had me toch een kouwe fikke”
Ik werp een blik in de spiegel en zie dat ik in mijn witte winterjas wel iets weg heb van een poolbeer.
“Wat maakt ’t uit Bep, we lopen d’r allemaal als gestopte worsten bij met dit weer, wat kan ‘t je schelen. Als je het maar niet koud hebt.”

”Je heb nog gelijk ook. Heb jij al geschaatst? “
”Nee Bep, hoe zal ik het zeggen, schaatsen is niet echt mijn ding, ik zwem liever."
“Nou ik bak d’r ook niet veel van, ja mijn man zaliger was een echte schaatser, maar die kwam dan ook uit Friesland.”
“Oh ja Bep, was jij met een Fries getrouwd?” vraag ik vol interesse.”
“Nou ja.... hij kwam eigenlijk uit Gelderland, maar dat scheelt maar een slok op een borrel.”
“Ik denk niet dat ze het daar in Friesland met je eens zijn Bep.”
“Ach, wat maakt ’t uit, hij kon in ieder geval lekker schaatse en dat deed ie dan ook veel en graag. Met ze hande op ze rug en dan maakte die van die lange slage met ze lange bene .’t Was gewoon een lust voor ’t oog als je hem voorbij zag schuive. Hij heeft ’t mij ook nog probere te lere, maar dat was niet echt een succes. Volgens mij heb ik daar toen ook me knieën mee vernacheld.
Ik zie mezelf nog stuntele achter een keukestoel met van die Friese doorlopers waar je zo lekker op zwikte en een knalrood kusse an me toges gebonde. Ik leek wel een baviaan. Maar ik ging nogal vaak onderuit en dan wil je wel. Nee, ik was zéker geen Joon Haanappel.

Er komt een moeder met een huilend meisje naar binnen glijden. “Mama koopt zo wel nieuwe wantjes voor je. Ze is haar wantjes verloren.” zegt moeder terwijl ze ons wanhopig aankijkt.
“Ach kind heb je van die kouwe handjes dan, kom... dan zal Tante Bep ze wel effies warm make.”
Bep klemt de rood-blauwe handjes van het meisje tussen die van haar en begint te wrijven of haar leven er vanaf hangt. Het kind kijkt haar verschrikt aan maar is direct haar tranen vergeten.
“Zo lieverd, zo gaat het wel weer hé. Het kind lacht door haar tranen heen als Bep haar een paar toffees in haar handjes propt. Ze geeft de moeder een knipoog en moeder en kind duiken het toilet in.

Wat denk je, zou die doorgaan? “
“Wat Bep?”
”Nou de elfstedetocht natuurlijk, zou die doorgaan?”
“Ik heb eerlijk gezegd geen idee Bep, als het een beetje door vriest zit er wel een kans in,"
"Nou ik hoop het wel, dan ga ik lekker tv kijke. Ik heb me buurtjes al allemaal uitgenodigd. Hij van die hengel komt ook, voorlopig kan ie toch niet vissen. Gezellig, ik heb al chocolademelk en een neutje ingeslagen. Lekker appeltaartje d’r bij. Hé ja, ik heb d’r echt zin in om die gaste te zien Klune.
Daar krijg ik dan zo’n nostalgies gevoel van.”
Haar ogen worden vochtig, ” net of ik me man weer voorbij zie schuive.”
Maar dan mot ’t wel doorgaan hé. Anders mot ik die rotzooi allemaal alleen weg werke.”

“Kijk, die neut komt wel op, maar van al die appeltaart en chocolademelk krijg ik een vet hart.”

© Ingrid Punt