woensdag 2 oktober 2013

Crisis



Crisis

“Tsja wat een geld hé voor een plas? “ Ze kijkt me beschaamd aan terwijl ze op het bordje tikt dat naast haar op tafel staat. 50 eurocent staat er op.
"Maar ik zal wel moete... crisis hé. Ik mot ook me kop bove water zien te houwe net als iedereen."

Ik pak m’n portemonnee, roer wat tussen de losse muntjes om er vervolgens een glimmend muntje van 50 cent tussenuit te vissen.
“Heb je ze pas gepoetst?”
“Ja Bep, en ik heb m’n best erop gedaan dus wees er zuinig op.“
“Ach, je kan ze beter poetse als uitgeve tegenwoordig. Weet je wat het is meid, we gaan gewoon weer terug naar af, daar hebben we met ze alle  na de oorlog nou zo hard voor geknokt. We hadden alles toch goed voor elkaar? Pensioen, a.o.w. huursubsidie, kinderbijslag, ziekenfonds.... noem maar op.We hadde het echt nog niet zo slecht.”

Het wordt ons zo langzamerhand allemaal weer afgepakt. De ziektekoste rijze de pan uit, m’n ouwe buurvrouw gaat niet meer naar de dokter omdat ze het niet kan betalen. En als je baas je niet meer mot krijg je een schop onder je kont en neemt ie een jonkie van achttien an, die er na een paar maanden ook weer uitvliegt. Want dan hoeven ze je geen vast contract te geven. Ja en ze komme d’r mee weg. Wat dacht je van de heren bankdirecteuren? Ze hebbe d'r een zootje van gemaakt. Als jij een fout maakt op je werk mot je jezelf toch ook verantwoorde? Nou die hoge heren niet hoor, die krijgen een vette bonus en een ander lucratief baantje waar ze de boel weer uit kunnen melke."
Bep wordt steeds roder en ik vrees even voor haar bloeddruk.
“Hé... wat zit ik me nou weer op te winden, het helpt je toch geen ene moer.”

“Komt u maar hoor dame, de middelste is vrij.”
Een forse  vrouw loopt hijgend en steunend het toilet in. Bep wacht tot ze de deur achter zich heeft gesloten om me met ogen vol ongeloof toe te fluisteren... “wat een slagschip” ze kijkt nog even bedenkelijk naar de deur om dan haar verhaal te vervolgen. “Weet je wat het is meid, de duvel schijt altijd op een grote hoop. As je voor een dubbeltje gebore bent dan word je nooit een kwartje.”
Ik kijk naar het bordje waar 50 eurocent opstaat, ze volgt mijn blik, “nou ja, proberen kan natuurlijk geen kwaad.” We schieten beiden in de lach, tot we gerommel aan de middelste toiletdeur horen.

Bep kijkt me geïrriteerd aan, “nee hé... da’s al de zoveelste die de deur niet open krijgt vandaag. Mot ik er straks nog een ander slot op laten zetten ook."
Ze loopt naar de deur, “mevrouw, gewoon doordraaie die knop, “
Bep rommelt wat aan de deurknop maar er is geen beweging in te krijgen.
“Hij gaat echt niet meer open “ roept een benauwde vrouwenstem vanachter de deur.
“Geen paniek, ik haal wel effe de hulptroepe.” 
Hou jij het fort effies in de gate wijffie dan haal ik Jasper d’r effe bij."


Bep komt terug met een lange pukkelige slungel met stropdas, ik vermoed dat het hier de bedrijfsleider betreft. Jasper blijkt niet voor één gat te vangen en na wat sussende woorden richting toiletdeur -waarachter het gesteun en gejammer steeds paniekeriger word- weet hij uiteindelijk de deur open te krijgen. Met een verhit gezicht waggelt de forse vrouw naar buiten waarna ze de slungel overdadig bedankt voor zijn reddingsactie. Jasper laat de complimenten glunderend over zich heen komen. Zo dat klusje heeft hij ook weer geklaard, om vervolgens met een knikje richting mij en Bep verder te gaan met waarvoor hij eigenlijk is aangenomen- het bedrijf leiden-

“Zo, zijn dag is ook weer goed, “ ik kijk Bep verbaast aan.” Ja, zo’n jonge staat hier ook voor een grijpstuiver, hij is al de zoveelste bedrijfsleider dit jaar. Tja meid, het word er allemaal niet beter op, als het zo doorgaat lig ik straks ook aan de gallemieze en kan ik doorwerke tot m’n honderdste -als het me gegeve is- en kunne ze me hier in me kist naar buite drage."

Dan kijkt ze plotseling verschrikt naar het schoteltje op tafel...
”Als je me nou besodemietert ... dat slagschip heb niet betaald!!!”


© Copyright Ingrid Punt december 2011



zondag 29 september 2013

Passie


Passie


'Hé wijfie, das lang gelede, alles goed met je?' 
'Met mij wel Bep, en hoe is het me jou?' 
'Ach, naar omstandigheden gaat het wel, maar ik had van de week nog een crematie.'
'Oh,' ik kijk haar verschrikt aan. 
'Tsja,  Edje  -een neef van me, nou ja, hij was niet echt familie, maar aangetrouwd. Van de kouwe kant zal ik maar zegge, maar goed, ik zag ‘m geregeld en uit goed fatsoen ga je dan toch.' 

'U kunt doorlope hoor meneer, de achterste is vrij.' 
Ze wacht tot de man de toiletdeur achter zich heeft gesloten en dan krijgt ze een duistere blik in haar ogen terwijl ze me toefluistert;
'Ze denken an een gebroken hart.'  
'Jee Bep, dat is niet fijn, een verloren liefde?' vraag ik meelevend.  
'Ach, zo zou je het eigenlijk wel kunnen noemen. Sperziebone.'
'Sorry?'
'Hij wilde niet bij de sperziebone.'

'Hij werkte al 30 jaar in de conservefabriek, hij was de chef van de afdeling doperwten. Uren kon ie d’r over doorwauwelen. Doperwten, velderwten, tuinerwten, blik, pot, diepvries, de kleur, de maat, de leeftijd, fijn, zeer fijn, extra fijn, afijn… hij wist er alles van. Hij heb wat verjaardagen verstierd met z’n saaie verhalen. Zodra Edje binnenkwam wist je dat de rest van de avond verziekt was. Kon de stakker ook niks aandoen natuurlijk want hij had niks anders om hande en geen andere interesses.
Geen hobby’s, geen vrienden,  nee helemaal niks. Ja, die doperwten dus. 

Op een gegeven moment noemden we hem ook zo. Dan was ‘r een verjaardag en zate we aan de koffie en dan was het van; komt dop-Edje nog? Maar na jaren op de doperwte werd ie zó opzij geschoven voor de zoon van de baas. Hij kon zó het veld ruime en bij de sperziebone gaan staan. Edje had daar natuurlijk helemáál geen zin in, want wat valt er te vertellen over sperziebone?
Helemaal niks, noppes, nada, één pot nat. Dus ze passie was weg hé? Wel de verhalen, maar zonder passie. En meid als je wat doet zonder passie, dat is misschien wel het ergste wat een mens kan overkomen. 

Hij vertelde nog steeds dezelfde verhalen maar de bezieling was uit ze ogen verdwenen. Tsja, je zag hem steeds stiller worden en hij ging zienderoge achteruit. En toen werd de nieuwe chef van de doperwten gepromoveerd - jaha...dat gaat snel met de zoon van de baas-  
Dacht Ed dat ie weer terug kon, hij zag het al helemaal zitten, je zag hem weer helemaal opfleuren. Wat denk je?' Ze kijkt me verontwaardigd aan, en ik vermoed het ergste.
'Late ze nou een ander op die plek zette. Die baan gaat zo aan ze neus voorbij, nou en dat is waarschijnlijk ze nekkebreker geweest. Na twee maande legde die ‘t loodje. Zielig  hé?'

‘Tot ziens,’ ze knikt de man vriendelijk toe als hij het geld op het schoteltje legt en dan vraagt ze me, 'lust jij sperziebone?'
'Nou het is niet mijn favoriet Bep, maar als ik het voorgeschoteld krijg, dan wurm ik ze wel naar binnen.'
 'Nou ik at ze geregeld maar uit solidariteit zal ik van me lang zal ze leven geen sperzieboon meer aanraken, dan zie ik steeds die trieste kop voor me. 
Kijk, Edje was en saaie pief, maar dit had ie niet verdiend!'

Ik kan niet anders dan haar gelijk geven en denk tegenwoordig twee keer na voor ik sperziebonen op tafel zet, ik zie steeds een trieste kop voor me...


© Copyright  Ingrid Punt  oktober 2011