zondag 24 april 2016

Ave Maria


Ave Maria

"Hoi Bep, lekker weekend gehad?"
"Heerlijk mop. Trees - me zus - en ik pakke regelmatig de trein naar Den Bosch. Daar hebbe ze nog 't bourgondische waar wij zo dol op zijn. Ze benne daar heel anders as hier. Gemoedelijker zeg maar. 

Lekker, een bakkie koffie met een Bossche bol van Jan de Groot. Een beetje slentere over de markt en langs de winkeltjes. Dan neme we ergens een hart-versterkertje en daarna gaan we ook altijd nog effies naar de St.Jan. 
In de Mariakapel branden we dan altijd een kaarsie voor onze dooie." 

"Dat klinkt gezellig Bep, maar ben jij katholiek dan?" 
"Nee, dat niet, maar meer dan een kaarsie branden ken je niet doen voor een overledene, niet dan?"
Daar kan ik me wel in vinden, dus ik knik begrijpend.

"Maar het worden er steeds meer. Vroeger kon ik met een euro'tje toe. Maar tegenwoordig spaar ik van te vore al me kleine geld op. Ach, het heeft ook wel weer wat moois, al die lichies. 

Afijn, 't was stervensdruk in de kapel, de bankies zaten afgelaaie. D'r stond een vent voor die bankies het Ave Maria te zingen. Ik fluister nog tege Trees, leuk ... een optrede, we vallen met onze neus in de boter. 

Maar die vent ging steeds harder zinge... en vals, 't was niet om an te hore. Ik zie sommige oudjes al angstig kijke. Wat blijkt, die vent was zo gek as een deur.

Eerst hield de koster hem nog krampachtig in de gaten, maar wilde duidelijk geen poespas make. Maar bij de zoveelste uithaal, greep ie 'm toch bij ze rugtas. Nou is een rugtas tegenwoordig sowieso al een beetje eng, dus ik rook hommeles. Maar nep Pavarotti ging ijzerenheinig door met zingen.

Trees lag in een appelflauwte van 't lachen. Nou dat viel natuurlijk helemaal verkeerd bij de kerkgangers. As blikke konde dooie, had ik voor haar ook een kaarsie kenne brande. 

Echt, met twee man sterk hebbe ze geprobeerd om die kerel naar buiten te werke. Maar hij wist ze eige steeds los te rukke. Hij was al in Kerst sferen, zeg maar, want ineens was er een kindeke geboren op aard. Tenminste, dat zong ie. En hard ... en vals!

De koster vond het welletjes. Probeerde hij het eerst nog met zachte hand, nou dreigde hij met de arm der wet. Nou, dat maakte écht
geen indruk op die valse sopraan. Die huppelde - luid zingend - de hele kerk door met ze rugtassie en die twee zieleherders achter 'm an. 

Hallelujhaaa, riep ie steeds as ze 'm bijna te grazen hadden. Trees kwam niet meer bij. Die zakte zowat door d'r hoeven voor het altaar. Tranen met tuiten van 't lachen. Dus die heb ik maar snel naar buiten getrokke, voordat ze gelyncht werd door die heilige boontjes. 

"Hoe is het afgelopen Bep?"
"Geen idee meid, misschien is ie nog steeds an 't zinge. Onze lieve heer heb vreemde kostgangers, niet dan? Maar 't blijve kindere gods, ja toch?

Den Bosch. Ja hoor, we komme d'r wat graag ... ze benne daar heel anders as hier he ...  gemoedelijker zeg maar."

Puntje april 2016


zondag 7 februari 2016

Builenpest


Builenpest


'Zit je d'r nou nog schat?' 
Bep zet verbaast haar mop en emmer weg.
'Ja wat dacht je Bep, ik wil natuurlijk wel de rest van je verhaal horen. 
Hier, kom even lekker zitten, ik heb een kop koffie voor ons gehaald.
Je was gestoken?' 

Ze ploft tegenover me op haar stoel en neemt voorzichtig een slok van haar dampende koffie. 

'Gestoke ja, door zo'n Griekse mug. Misschien had ie wel dat enge zikavirus bij 'm. Nog een mazzel dat ik niet zwanger was.'
Ze begint met lange uithalen te schateren en slaat zichzelf hard op haar gammele knieën. Ik probeer me een zwangere Bep voor de geest te halen en schiet ook in de lach. Bep trekt een tissue uit haar schortzak en snuit luidruchtig haar neus. 

'Écht, wat een bult. Me linkerarm begon me toch op te zwelle ... 't leek wel een olifanteslurfie. Als die bult op me rug had gezete had ik voor quasimodo door kenne gaan. De builenpest was er niks bij.' 

'Afijn, wij -Wies en ik - naar de apotheek. Achter een antieke balie stond een klein, oud, donker mannetje in een witte jas. Nou ja ... die jas was ooit wit geweest en een gore klauwe dat ie had. Met van die zwarte rouwrandjes onder ze nagels. Hij leek meer op een mijnwerker dan op een Apotheker. Yasses zei die... ja jasses, dat vond ik dus ook. Maar dat is Grieks voor gegroet - ja, ik ben op cursus geweest.

Eigenlijk wilde ik al weer rechtsomkeert make, maar hij keek zo bedenkelijk naar me slurfie. 
Na wat Griekse oh's en ah's, schoot dat smoezelige wijsvingertje ineens omhoog. Eureka, d'r gaat 'm een lampie brande zei ik nog tege Wies. Afijn, hij liep naar achtere. Het duurde eff en an de geluide te hore was ie flink an 't verbouwe. Ik verwachte op ze minst dat ie terug zou komme met een hakmes of een kettingzaag. Maar wat denk je ... komt ie aanzette met een armzalig tubetje zalluf. 
'Three times a day!' zei die in ze beste Engels. Yasses zei die weer.
Ja, wrijf 't maar in zei Wies nog.'

"Hallo dame, dat is de here ... U mot de linkerdeur hebbe!"
Ja, Bep houdt haar klandizie goed in de gaten.  

'Goed, waar was ik gebleve?'
Ze strijkt een weerbarstige grijze lok achter haar oor en kijkt even afwezig.
'O ja ... eerlijk is eerlijk, dat zallufie heb goed geholpe. Binne twee dage had ik me arm weer terug. Je kan van die Griekse gaste zegge wat je wil, maar ze hebbe verstand van enge bulte en ze neme de tijd voor je. 
Stel je voor dat die zalluf niet had geholpe, dan liep ik nog steeds met die olifanteslurf. Had ik toch mooi al me linkermouwe uit me mooie dure ponnetjes motte knippe.' 

Ze tikt haar koffiekopje tegen de mijne en geeft me een vette knipoog ...
 'Jamas!' 

Puntje februari 2016


woensdag 3 februari 2016

Kries


Kries

'Wat heb je een lekker kleurtje Bep, op vakantie geweest?'
'Kries,' glimlacht Bep.
'Kries?'
'Ja, kries ... Griekenland ... ken jij geen Engels?' 
'Oh Greece,  ja natuurlijk,' schiet ik in de lach, 'hoe heb je het gehad?'

'O heerlijk schat, ik was met Wies -een vriendin van sjoele- lekker gegete, lekker gedronke, mooie dinge gezien. En we hadde een auto gehuurd, dus we zijn overal geweest.

Maar ik ben me daar toch een paar keer op me muil gegaan!'
'O jee, hoe krijg je dat nu weer voor elkaar?' 
'Bergachtig, gladde stoeptegeltjes, slippertjes, gammele knieë je kent het wel. 
Één keer bijna zo het ravijn in.'
'Nee toch?!'
'Ja, toch! We stonde bove op een berg van het uitzicht te geniete en ik zou nog effe snel een foto make. Wies zat al achter het stuur. Nou daar ging ik, vol op me knieën. Ik keek zo de diepte in. Wies had het niet eens in de gate, die had de motor al gestart. Nou, 't was echt kantje boord. 
'Waar blijf je nou?' vraagt ze nog, terwijl ik op 't randje van de dood balanceerde met me geschaafde, knieë. 
Meid ... ik zag zo me leve an me voorbij schiete.
'Dat is schrikken Bep.' zeg ik meelevend.

'Ja, zeg dat wel en een keertje op een terras. Iemand had ze drankie gemorst en bingo, daar ging Bep weer. Ik kon me nog net an de takke van een vijgeboom vastgrijpe. Daar lag ik met me hande vol vijge. Komt die eigenaar met een hoop poeha op me af lope. Ze vijgeboom naar de ratsmodee, tenminste dat maakte ik d'r uit op. Dus ik zeg in me beste Grieks; ach man, 't zijn maar vijge, voor hetzelfde geld had jij daar gestaan en wie weet waar ik me dan an vast had motte grijpe. Maar hij begreep me niet.'

'Spreek jij Grieks Bep?' vraag ik verbaast. 
'Wat heet, ik heb een paar proeflesse in het buurthuis gevolgd.
Maar 't was mooi voor niks, al die serveersters daar kwame uit 't oostblok, dus die verstonde d'r geen moer van.

Zitte we op een terras met een lekkere Griekse koffie. Wies luste d'r wel wat lekkers bij, dus ik zeg weer in me beste Grieks tege dat serveerstertje;
'Doe ons maar een lekkere baklava.'
'Baklava?' nee daar had ze nog nooit van gehoord. Ze had wel black thea. Ik zeg; ja, en ik heb een kunstknie. 
Dus het werdt een gewone appelpunt. Ach, ook lekker. Maar daar ga je niet voor naar Kries.'

'O, en ik ben helemaal lek gestoke.
Maar dat vertel ik je de volgende keer wel want ik mot nou effe de wc-vloertjes uit soppe. Kalimera!'
En weg is ze ... 

Puntje januari 2016