zaterdag 20 september 2014

Lift




"Hoi moppie, ik heb je toch wel 's verteld dat ik elke week ga sjoele hé? Nou en daar pak ik dan altijd de lift. Het zijn maar twee verdiepinge, maar toch, vanwege me rotte knieën, nou ja, afijn.

Afgelope week  stap ik same met Annie en Trees - die sjoele ook- diezelfde lift in. De eerste verdieping, nog niks an de hand. Maar tusse de eerste en de tweede zei die, doe het zelluf. Hij stierf in schoonheid zeg maar. Eerst stonde we mekaar nog een beetje onnozel an te kijke en Annie begon een beetje zenuwachtig te giechele.

Maar toen we besefte dat er geen beweging meer in zat, krege we toch wel de rotzenuwe. Ik geef een hengst op de alarmknop, maar lou loene. Effe gewacht, maar niks.

Nou meide, dat wordt een nachie overblijve zeg ik nog droog. An kon d'r wel om lache, maar Trees werd steeds stiller. Dus ik maak nog een geintje. Ken jij lang je adem in houwe Trees? want de zuurstof raakt strakkies op.

Ze trok spierwit weg. Ik ben een beetje claustrofobisch, zegt de schlemiel.
Ach kind, ken je dat ook schrijve? vraag ik nog. Tja, een geintje mot kenne toch?Maar ik kijk nog 's naar dat smoel en 't was menens. 't Zweet parelde op d'r voorhoofd.
Kind, denk an je hart, zeg ik nog.
Nou dat had ik beter niet kenne zegge. Kompleet in paniek. Ze was d'r hart medicijne vergete.

Annie kreeg een lachstuip, helemaal hysterisch. Nou zie je wel 's in films dat je ze dan een harde klap in hun gezicht mot geve. Maar ik had me ring van tante Jans om -een errufstuk- en daar zit een knoepert van een zirkonia in. Een diamant kon die ouwe niet betale. Afijn, als ik d'r daar een hengst mee had verkocht, was het een bloedbad geworden.

Dus ik hield me eige in. En of de duvel d'r mee speelt, ik krijg me toch ineens een hoge nood. Altijd as ik niet kan, dan mot ik. En as klap op de vuurpijl kreeg ik ter plekke een visioen dat ik Trees an het reanimere was. Dus ik had d'r genoeg van. Met An d'r mobieltje heb ik 112 gebelt. 

Wil u de politie, ambulance of brandweer? vraagt dat mens.
Nou, d'r is geen moord gepleegd - nog niet - dus doe maar de brandweer. 

Annie heb wat met uniforme, dus die trok meteen d'r rok een stukkie omhoog. Of die spuitgaste op haar ouwe knokige knietjes zitte te wachte. Afijn, effe later werde we eindelijk één voor één door die knape uit de lift geheze. Annie ging nogal moeizaam vanwege d'r omhoog gekrope rok en d'r stomme gegiechel. Bijna had ik d'r alsnog een hijs voor d'r treiter verkocht. En eenmaal buite had Trees me toch ineens weer een praatjes. Een zwak hart, maar nie heus!"

"Maar gelukkig is het goed afgelopen
Bep?" 
"Zeker mop, maar mij krijge ze met geen tien paarde meer in die lift, laat staan met twee van die vervelende ouwe wijven!" 

Puntje februari 2015


zondag 30 maart 2014

Malle eppies

Malle eppies


'Hallo Bep'
Bep is druk in de weer met een mobieltje en lijkt me niet op te merken.
'Hallo Bep' zeg ik nog iets harder.

'O, hallo schat, sorry maar ik was effe druk met me telefoon.
Mooi ding hé? Hij was eerst van me nichie maar ze kocht een nieuwe en toen mocht ik deze van haar hebbe. Nou had ik natuurlijk wel een mobieltje, maar daar kon ik alleen maar mee belle.
Maar met die nieuwe dinge ken je alles hé.
Eerst wilde ik d'r niet an, maar nou zou ik hem toch niet meer wille misse.'

Bep glundert, ze is duidelijk in haar nopjes met haar nieuwe aanwinst.
'En d'r zitte allemaal eppies in.'
'Eppies?'
'Ja, eppies, ook spelletjeseppies. Kijk dan, ken je dit spelletje? Ik ben d'r helemaal verslaafd an.'
'Candy Crush, god bewaar me, nee daar ben ik mee gestopt Bep, valt geen eer aan te behalen.'
'En whatsupp heb ik ook.'
'Whatsupp? ...... 'oh, whatsapp.'
'Ja, dat zeg ik, kijk mop, je kan er ook mee goochele.
D'r zit een complete encyclopie in, dat ze dat allemaal in zo een klein telefoontje kenne proppe he?'

Bep kijk me doordringend aan, dan schieten haar wenkbrauwen plotseling vragend omhoog.
'Wat zou jij nou 's graag wille wete?'
'Uh, nou daar overal je me een beetje mee Bep.'
'Overval ...  kijk ik goochel overval en mot jij 's kijke wat ik an informatie krijg.
Het laatste nieuws, compleet met plaatjes. Dat is toch niet te bevatte?
Dat had ik as kind nooit durve drome.
Kijk en dan heb ik ook nog een eppie die me waarschuwt dat ik mot drinke.
Ja water hé, want dat schijn ik dus veel te weinig tot me te neme.
En een eppie van het openbaar vervoer, nou dat is zeker nooit weg.

Ik heb zelfs zo een mal eppie die me verteld waar ik een openbaar toilet kan vinde.'
Bep knikt zelfvoldaan en geeft me een vette knipoog. ' Mijn toilette staan d'r ook bij.'
En ik heb ook nog een mal fotoeppie, die is leuk. Daar kan ik foto's mee versiere.
Kom op,  lach 's effe naar tante Bep ...'

'Nee Bep, alsjeblieft, ik ben niet echt fotogeniek. Op foto's sta ik altijd als een grazende koe, of als een grijnzende trol.'
'Kom op, niet zo kinderachtig. Kijk 's  naar 't vogeltje, see tjiessss!!!'
Voor ik er op bedacht ben neemt Bep een foto.
'Zo, effies kijke of ie gelukt is.'
Mijn gevoel van eigenwaarde bereikt een dieptepunt als Bep zegt, 'verrek mop, je hebt helemaal gelijk, dat ziet er echt niet uit. Zal ik 's effe kijke of ik d'r nog wat moois van ken make met mijn malle eppie?'
'Maak jij d'r maar iets moois van Bep,' zucht ik als ik met mijn staart tussen de benen wil afdruipen naar het vrijgekomen toilet.

Maar mijn gekrenkte trots moet nog even geduld hebben. Bep trekt me aan mijn mouw terug.
'O schat, wacht effe,'
'Zou jij effe mijn nichie voor me kenne belle.'
Ik kijk Bep niet begrijpend aan als ze mij haar mobiel in mijn handen duwt.

'Tja, al die eppies op je mobiel zijn natuurlijk hartstikke leuk, maar ik heb geen idee hoe ik er mee mot belle.'

© Ingrid Punt maart 2014










'


woensdag 26 maart 2014

Poppesnor

Poppesnor


'Hé Bep, waar heb jij de hele week uitgehangen?' 
'Och schat, heb je me gemist? Ik was lekker met de sjoelclub een paar dagen naar België."
'Goh Bep, wat gezellig, heb je een beetje mooi weer gehad?'

'Nou an het weer heb 't niet gelege en an 't gezelschap ook niet.
Lekker weer, mooi hotel, alleen de terugreis viel een beetje in 't water.
We hadde toch een stuk sjacherijn as chauffeur. Zo een afgekeurde politieagent.
Ik zag 't al meteen an die kop van 'm, kon geen lachie af.
Zodra we de bus instapte begon ie al.

We mochte niet zinge, want dan kon hij ze eige niet op de weg concentrere.
We mochte niet snoepe, want dan zat hij met de rotzooi.
En as klap op de vuurpijl had ie het toilet afgeslote met een touwtje, want hij had geen tijd gehad om 't water an te vulle. Ik vraag nog an die hangsnor, hoe motte we dan plasse as we motte?
Nou dan moste we maar een vinger opsteke, dan zou ie wel stoppe.

Afijn, we ware koud onderweg, toen kreeg tante Truus al hoge nood.
Ze zit an de plaspille vanwege d'r dikke voete, dus ik loop naar vore.
Hallo meneer de chauffeur, kan u effe stoppe? want me vriendin heb hoge nood.
Nou voorlopig ware we nog niet bij een parkeerplaats, dus ze most 't maar effe ophouwe van die gladjakker. Ik zeg nog, nou snorremans, dat wordt straks dweile hoor.
Maar die tweederangs piloot negeerde me gewoon. 

Ik denk ... jij bent mijn, want me blaas begon ook al op te spele.
Ome Sjaak - een ouwe baas van zesentachtig- zat ook al te wiebele op ze stoel, dus ik vond 't wel welletjes.
Ik heb dat touwtje losgeknoopt -ben ik goed in- en ja hoor, als d'r één zeikerd over de dam is volge d'r meer natuurlijk. Het is net as met gape, wanneer d'r één mee begint motte ze allemaal.
Nou, hij heb 't gewete. We hebbe d'r met ze alle flink gebruik van gemaakt, een complete Tsunamie was 't. Die kop van die snor werd steeds rooier.

Tja, eige schuld, dikke bult. Toen de bus stopte heb ik die poppesnor een euro in zijn hande gedouwd.
Ik zeg, hier jonge, omdat we van je toilet gebruik mochte make. Koop er maar wat moois voor, maar niet alles in een keer op make hé?  Woest was ie ...... '

Bep kijkt me triomfantelijk aan, 'ja, dat was geniete, ik kijk nou al weer uit naar me volgende uitje.'



© Ingrid Punt maart 2013

zondag 2 maart 2014

Klaagmuur

Klaagmuur


'Ik voel me soms net de klaagmuur. Kind wat kunne sommige mense zeike.
En 't ljjkt wel of het steeds erger wordt.
Elke zaterdag heb ik zo'n klier op me lip die heeft 't zeure en zeike echt uitgevonde. Een azijnpisser eersteklas. Over d'r kindere, de huur, 't weer, d'r man, d'r zieke lijf. Noem maar op.
Alles geeft wel een rede om gal te spuie.
Hoe was het ook alweer... pochers geen brood en klagers geen nood? ...
Maar van de week had ik d'r mooi tuk.'

'Ze komt an lope met d'r pols in het verband. Zo Babs -want zo heet ze- zo Babs, ben je weer naar vioolles geweest? ... Tja, ik denk ik begin maar met een geintje, dan neem ik haar misschien de wind uit de zeile. Maar daar krijg ik me toch een gejeremejee over me heen.
Nou moet jij 's effe kijke mop.'

Ze schuift haar gepermanente lok opzij en laat me haar voorhoofd zien. Nou maakt Bep daar wel vaker een gewoonte van, maar ik vraag schaapachtig, 'Wat moet ik zien Bep?'
'Staat daar therapeut of psych?'
'Nou nee.'
'Precies, maar denk je dat Babs zich daar wat van aantrekt?
Nee hoor, ze had zo slecht geslapen, want d'r arm deed zo zeer. Ze was over de kat gestruikeld. Dat beest heb 't vast expres gedaan, want die kon die zure kop natuurlijk ook niet meer aanzien.
O, ze had zo een pijn.

Dus ik zeg ... nou Babs, ik hoop voor jou dat het zakt. Had je die verbaasde kop motte zien.
Dat 't zakt? vraagt ze met die lijzige stem van d'r ... ja, zeg ik, dan kan je het uitsch...
'Hallo meneer, u gaat verkeerd hoor dat is de dames!'

© Ingrid Punt maart 2014




vrijdag 28 februari 2014

Of je worst lust

Of je worst lust...


'Hoe is het met je Bep, weer helemaal hersteld?'
Na haar glijpartij heb ik Bep nog maar sporadisch gesproken. 
'Prima meid, ik mag weer alles ete en ik mag ook weer piano spele van de dokter.'
'Speel jij pia ......' 
Bep's gegier doet me realiseren dat ze me weer aardig in de tang heeft.
'Nee lieverd, natuurlijk speel ik geen piano, maar volgens me huisarts mag het wél weer.'

Bep hikt nog even na en snuit haar neus - die meteen flink gaat glimmen- als er een vrouw met een wandelwagen de toiletruimte binnen komt. Het kleine meisje in de wandelwagen heeft een papieren zak van de Hema in haar kleine knuistjes. Moeder legt een muntje op het schoteltje en Bep wijst haar een vrij toilet. 
'Wij passe wel effe op de kleine meid hoor' zegt Bep als ze de deur achter de vrouw sluit. 

'Zo mop, wat heb je daar voor lekkers?' 
Het meisje lacht haar twee voortandjes bloot en schudt als antwoord de papieren zak flink heen en weer. 
Nog voor Bep er een stokje voor kan steken valt er een grote rookworst uit, op de stenen vloer.
Ik trek een vies gezicht als Bep de worst weer terug in het gekreukelde zakje frommelt. 
'Je kan hier van de vloer ete hoor schat,' zegt ze meer tegen mij dan tegen de kleine meid.

'Heb jij lekker worst van mamma gekrege?' vraagt Bep met een hoog stemmetje aan de peuter. 
Deze lacht nogmaals verlegen en trekt onbeholpen de rookworst weer uit het inmiddels gescheurde zakje. 
'Hm, zo lekker,' zegt Bep terwijl ze ter bevestiging met haar hand langs haar wang zwaait. 
'Neem maar een lekker hapje.'

'Ik weet het niet hoor Bep,' val ik haar in de rede, 'maar volgens mij is het niet de bedoeling dat die kleine die hele worst weg werkt. Kijk naar het formaat, volgens mij is hij voor vanavond bij de stamppot.'  
'Waarom laat ze die kleine er dan mee spelen? dan moet ze maar hebben ook.'
Ik weet er niets meer tegen in te brengen en Bep gaat onverschrokken verder.

'Lekker hé moppie, hap, hap, hap ... daar word je groot en sterk van.'
De kleine meid zet haar vlijmscherpe nieuwe voortandjes aan de zijkant van de worst, het vet druipt langs het peuterkinnetje. De vette traktatie valt niet echt in de smaak bij de kleine want ze gruwelt, en spuugt de fijngemalen stukjes worst op de glimmende tegelvloer van Bep. 
Deze kijkt quasi  geschrokken ... 'Och, wat doe je nou schat, je moet wel je mondje leeg eten hoor.
Neem nog maar een lekker happie worrrst.'
'Whost', zegt de kleine en kijkt met een triomfantelijke blik naar Bep. 
'Wat zeg je  ... whost? Nee worst, zeg tante Bep maar na... worrrst,'
'Whostt' zegt de kleine verlegen.
'Nee, worrrrsttt' articuleert Bep nogmaals.

De kleine schatert en zet nogmaals baldadig haar tandjes in de moddervette rookworst.  
Onder de aanmoedigende woorden van Bep knaagt ze driftig door, tot uiteindelijk de worst in twee gehavende stukken breekt. Net op dat moment komt moeder het toilet uit en kijkt geschrokken naar haar dochtertje die nu met een verbaasde blik de stukken worst zit te ontleden. Bep probeert een gierende schaterlach te onderdrukken. 

'O, Mereltje, maar dat was niet de bedoeling,' zegt de vrouw ontdaan. 
'Mereltje had honger denk ik,' oppert Bep droog.
'Worrrstttt,' zegt de kleine met een trotse blik naar haar moeder.'
'Wat zeg je daar?' vraagt moeder verbaast.
'Of je worst lust' zegt Bep, terwijl ze in haar eigen lach dreigt te stikken.
Met haar doekje in de aanslag duikt ze proestend het toilet in. Waar ze zich nog zeker een minuut of tien gierend schuil heeft gehouden. 

© Ingrid Punt februari 2014






dinsdag 25 februari 2014

Rollade

Rollade


"Morgen ben ik wat later hoor mop, ik moet eerst boodschappe doen voor de Bingo.
Ze zijn door de prijze heen.
Tja, ome Jan doet altijd de booschappe hé, maar die is voorlopig effies klaar met bingo."
Bep kijkt me met een verontschuldigende blik aan.

"Klaar met bingo, hoezo Bep?"
Bep's ogen beginnen te glimmen.
"O meid, het is zielig voor ome Jan, maar ik heb gistere toch zo gelache, daar kan ik weer maande op tere."
Ze kijkt me aan alsof ze niet kan wachten met haar relaas.
Niet dat Bep mijn goedkeuring nodig heeft, want vertellen doet ze het toch wel.
"O ja Bep? vertel."

"Nou het was gistere zo druk met bingo. Daar kan ome Jan -hij roept ook de nummertjes om- niet zo goed tege. Een zenuwelijer eersteklas. Maar hij ging lekker, de ene na de andere prijs ging er uit.
Er stond nog een fles advocaat en er lag nog een mooie grote varkensrollade.
Ik zat te spinse op die rollade, want advocaat heb ik genoeg in huis. Uiteindelijk had ik nog maar één nummertje nodig. Hoor ik in ene iemand met een Duits accent "Bingooo!" roepe.
Ja hoor, Antje. Ze komt uit Beiere, woont hier al jaren en een aasgier eerste klas.
Vierentachtig en slecht ter been, maar daar was weinig van te merke. Ze rent naar vore, duwt Jan d'r kaart onder ze neus en trekt meteen die rollade van tafel met d'r inhalige, Beierse graftengels.
Afijn, Jan kijkt grondig d'r kaart na - effe had ik nog de stille hoop dat ze het fout had- maar an d'r oge en gehoor mankeert nog niks. Goedgekeurd! roept Ome Jan. Wil je dat flessie advocaat of de rollade? vraagt ie nog uit goed fatsoen, maar die rollade had ze allang in d'r hongerige handtas gepropt.
Nou en toen begon het gelazer.

Opeens had ze d'r eige weer bedacht. Van schweinebraten kreeg ze ausschlag. Of ze hem mocht ruile für ein hunn.  Ik zag die ouwe al geërgerd kijken. Een hunn? we hebbe geen hunn. Een varkensrollade of een fles advocaat, kieze of dele. Afijn, ze druipt af naar d'r stoel. Ineens ging het lope weer een stuk moeilijker... gewoon effe zielig doen hé.
Jan gaat weer door met ze nummertjes omroepe.
Staat ze ineens weer op, strompelt terug naar de tafel, of ze hem toch nog kon ruile. Ochse was ook goed. Jan ze kop werd vuurrood, stond ze eige vreselijk te verbijte. Hij heb last van ze rikketik hé, dus ik was al een beetje pages. Antje bleef maar drale met die handtas onder d'r arm geklemd. Maar Jan,  ijzere Hein, deed net of ze lucht was en ging gewoon door.

Tien! roept ie, ja hoor, ik had eindelijk bingo. Dus ik stiefel naar vore en geef me kaart af.
Ach met een fles advocaat kan ik nog wel iemand anders gelukkig make.
Maar Antje duwt die rollade weer onder die ouwe ze neus.
Nou wilde ze 'm weer ruile voor die fles advocaat.
Ik denk, al zal ik motte sterve, nou douw je die rollade maar ergens waar de zon niet schijnt.
Zie ik ineens ome Jan naar ze borst grijpe. Ik denk, daar gaat die ouwe ... de pijp uit.
Maar hij haalt diep adem en begint me toch tege Antje te schreeuwe...

"En nou weg weze met je rollade of ik bega een ongeluk!"
Nou, ik heb Antje nog nooit zo snel de kuielatte zien neme.
Jan, helemaal over de rooie, hij had zeker een half uur nodig om bij te komme.
Die fles advocaat heb ik maar an hem gegeve... arme ouwe ziel.

"En hebben jullie nog iets van Antje gehoord Bep?" vraag ik nieuwsgierig,
"Antje? ... Ik hoop dat ze flink ausschlag krijgt."

© Ingrid Punt februari 2014







donderdag 13 februari 2014

Slipgevaar

Slipgevaar



Zodra ik Bep in de toiletruimte zie zitten schrik ik me een ongeluk. Bep's arm hangt in een mitella, haar rechteroog is blauwer dan blauw en haar wenkbrauw is afgeplakt met een gigantische pleister.
Ze ziet mijn geschrokken blik, 'nee meid, ik ben  Badr Hari niet tegen gekomen en ik heb ook niet onder de bus gelegen. Nee, dit geintje heb ik te danken aan Corrie, me zus uit Groningen. Die logeerde een weekendje bij me. Altijd lache met Cor, ze schut de moppe zo uit d'r mouw hé. Alleen liep 't nou een beetje anders.

'Ik moet eerlijk zeggen Bep, dat blauw past wel mooi bij je blouse.'
Bep schiet in de lach maar begint meteen te kreunen.
'Oh meid, maak me nou niet aan 't lache, ik heb ook een gekneusde rib.'
'Moet je dan niet lekker thuis in bed blijven tot het wat beter met je gaat?'
'Ben je gek mop, de meeste mense gaan dood in bed.
Of ik nou hier pijn heb of thuis, 't gaat wel weer over voor ik een jongetje ben.'

'Ik dacht gezond bezig te zijn. Maar ja, zoals gewoonlijk gooit me leipe zuster weer roet in 't ete... ach, dat schaap. Ze voelt d'r eige al zo schuldig en eigenlijk kon ze d'r niks an doen. Een zwakke maag hé, heb ze van moeder mee gekregen."

'Kijk, 't zit zo. Je weet, ik wil honderd worde, zolang ik tenminste goed bij de tijd blijf. Maar alles wat goed voor je gezondheid is, is haast niet meer te betale. De ziektekoste rijze de pan uit. Dus ik ben tegewoordig an het doe het zelve geslage. Dede ze vroeger ook, niks mis mee. Nu hoorde ik een paar weke gelede dat het gezond is om elke dag je bakkes met olie te spoele. Dat schijnt alle vieze en foute bacterië uit je lijf te trekke. Soja, zonnebloem, olijf, of kokosolie, noem maar op 't maakt niet uit. Zolang 't maar koud geperst is en Biologisch.
Ik ben niet zo een macro-idioot maar baat 't niet, dan schaad het niet. Dus ik voor de verandering naar de reformwinkel. Kokoskoekies vind ik ook lekker dus ik wilde kokos en daar krijg je ook nog 's witte tande van. Niet dat ik dat nodig heb met me kunstklapper, maar bij zonnebloem mot ik zo an een frituurpan denke.'

'D'r stonde potte met witte pasta maar volgens 't kaartje was het kokosolie. Terwijl ik met die pot in me hande sta, zie ik al zo'n macrobiotische tuinkabouter naar me kijke. Dus ik vraag aan hem, zeg schat, is dat nou echt wel olie, 't lijkt wel pasta. Nou volgens Paulus was het toch echt olie én koudgeperst. Bij de kassa schrok ik me kapot van de prijs, en voor die prijs wil ik ook wel een tassie. Dus ik vraag een plastic tassie an die geitewolle sok.
Of ik wel 's van de plasticsoep had gehoord?
Nee hoor mop, ik hou het wel bij een koppie snert.
Nou, as blikke konde dooie had ik hier nu niet meer gezete.

De volgende ochtend meteen maar een volle eetlepel van die smurrie genome. Het beste tijdstip was op een ochtendmuil. 't Most twintig minute trekke en ik mot je eerlijk zegge, de smaak viel reuze mee. Maar die bende gaat smelte en na tien minute had ik al het gevoel dat het me neus en me ore uitkwam. De volgende dag opnieuw geprobeerd, maar dan met een theelepeltje. Dat was goed te doen.

Afijn, dit weekend kwam Corrie logeren en die hoorde dat allemaal an. Dat leek haar ook wel wat. Ik zeg nog, Cor, doe dat nou niet met jouw zwakke maag meid. Maar eigewijs als de pest hé. Ik sta in de badkamer en ik hoor d'r toch een partij kokhalze, niet te filme en toen een hoop gevloek. Dus ik kom de badkamer uit om te kijke wat 'r loos is en ik maak me toch een smakkerd, ik glij zo de gang door. Nou en ik heb een lange gang hoor. Met me kop tege de deurpost en die gaf natuurlijk niet mee. Had ze die olie niet binne kenne houwe. Me laminaat lag vol met die troep, spekglad. Zate we 's avonds laat nog bij de eerste hulp.

'Afijn, dit is het resultaat."
Bep haalt haar schouders op. 'Ik vind  't lullig voor me zuster. Die voelde d'r eige zo schuldig. Ik zeg nog, meid dat had mij toch ook kenne gebeuren... tenminste als ik die zwakke maag van moeder had meegekregen. Ik ben ook maar meteen met die rotzooi gestopt want -baat het niet dan schaad 't niet- gaat mooi niet altijd op."

Ze kijkt me ineens vragend aan ...
'Ik heb nog een halve pot over, is 't niks voor jou? je schijnt 't ook gewoon op brood te kenne smere.'
Dan begint ze plotseling met een van pijn vertrokken gezicht te lachen tot de tranen over haar wangen lopen. 'Auw, auw ... en anders smeer je 't in je haar ... krijg je krullen!'


© Ingrid Punt februari 2014


dinsdag 4 februari 2014

Hondenuitlaatservice

Hondenuitlaatservice


"Wat is er Bep, slecht geslapen?"
Bep slaat snel  haar hand voor haar gapende mond.
Ze ziet er wat pips uit en de wallen onder haar ogen spreken boekdelen.
"Och kind, praat me d'r niet van, wat een nacht. Denk je een ander een dienst te bewijze en dan krijg je stank voor dank. Heb ik je wel 's verteld over het hondje van me vriendin Hanna?"
"Niet dat ik weet Bep."
"Nee?" ... Zo'n klein scharminkeltje en altijd maar keffe en ze tande late zien. Zodra je daar binne komt begint ie al te gromme en naar je enkels te happe. Kijk, ik ben gek op diere, net als op kindere, maar je hebt er ook ettertjes tusse zitte hoor. En dit is een ettertje, dat wil je niet wete, volgens mij zit er een steekkie bij 'm los. Maar goed, dat beessie heb ze eige ook niet gemaakt. Hanna most gistere naar 't ziekehuis. Ze wist niet hoe lang het ging dure, of ik bij hoge uitzondering effies op Pinkie wilde passe."

"Pinkie, wat een grappige naam Bep, dat klinkt nu niet echt als een groot gevaar."
Bep kijkt me bedenkelijk aan, " ik heb eigenlijk geen idee waarom dat beest zo heet. Waarschijnlijk omdat ie vingers vreet. Maar goed, Hanna weet dat ik er een pesthekel an heb om met zo'n poepzakkie te lope. Ik ben niet snel misselijk en hier ben ik best wel wat gewend. Maar hondedrolle daar heb ik niks mee. Tenslotte ben ik ook niet van de hondeuitlaatservice dus ik begon meteen een beetje tege te sputtere.
Maar Hanna keek zo radeloos en je bent tenslotte niet voor niks vriendinne.
Dus ik denk bij me eige, nou vooruit Bep, slik door die drol.

Om een lang verhaal kort te make, ik dat mormel opgehaald, maar ik most nog effe een paar booschappe doen. Netjes buite dat beest met ze riem an zo'n haak vastgelegd. Ik zeg nog; denk d'r om Pink, niet weglope hé, want anders hebbe we vanavond een probleem. Maar we begrijpe mekaar gewoon niet, dus ze oge puilde zowat uit ze kop en meteen weer die venijnige tandjes late zien hé. Ik zeg nog tegen Dracula, je gromt je maar suf, dat houd de dieven tenminste op een afstand.  Het was niet echt druk in de supermarkt dus ik was eigelijk ook zo weer buiten. Begon ie me toch te kwispele dat ie me zag ... nou ja, hij begon dus eindelijk an me te wenne. Thuis sprong ie in ene naast me op de bank en legde ze koppie op me schoot, zo lief. Ik vond het bijna rot dat ik hem 's avonds weer terug most brenge. Afijn me vriendin doet ope en zegt, wat heb je nou bij je Bep ... en waar is Pinkie? Nou meid, het zweet brak me uit. Had ik de verkeerde hond mee naar huis genome. Ja hallo, ik had me bril niet op en die kleine keffertjes lijke allemaal op mekaar hé? Kind, het huis was te klein, totale paniek.

Nou, zie dan maar 's te achterhale waar je hondje is gebleve. De supermarkt was inmiddels geslote en Pinkie in geen velde of wege meer te bekenne natuurlijk. Na een slapeloze nacht, veel gedoe en heen en weer belle, hebbe we vanmorge die beeste weer om kenne ruile. Goh, het baassie van neppinkie was zo blij dat ie zijn eige hondje weer terug had. Ja, dat begrijp ik ook nog wel, die heb een hele nacht met dat mormel van me vriendin opgescheept gezete. Maar Hanna was in de wolke en Pinkie liet meteen ze tandjes weer zien hé... kijk, hij lacht naar je zeg ik nog droog tege me vriendin. Nou ik kon geen goed meer doen natuurlijk.

En nou ben ik afgepeigerd, dus vanavond maar is effe lekker vroeg onder de wol.
Nee, ik ben gek op dieren, maar Pinkie en ik worde vast geen vriende, ach... je kan niet alles hebbe in het leve.

© Ingrid Punt februari 2014



maandag 3 februari 2014

Latte





Latte

‘Hé Mop, ik ben d’r weer hoor.’ 
Bep ziet er blakend uit met haar gebruinde hoofd. 
‘Heb je me errug gemist?’ 
‘Wat denk je zelf Bep, ik heb het al die tijd op moeten houden, dus ik heb eigenlijk best wel hoge nood.’ ‘Nou wijffie, je zal het nog effies op motte houwe want ze zijn allemaal bezet. 
‘Waar ben je al die maanden geweest Bep?’ 
'Ik ben weze overwintere op Nova zembla’ 
‘Echt? Vraag ik ongelovig terwijl ik mezelf direct een klap kan geven voor mijn onnozelheid.’
’Nee natuurlijk niet, zie ik zo bleek? Nee hoor, lekker in Benidorm. En zal ik je nou ‘s een mop vertelle? Ik heb nog een leuk ventje aan de haak geslage ook. Hij heet Henk,’t is een lieverd en hij komt uit Den Haag.'
Ze kijkt even bedenkelijk. 'Tja, daar ken hij ook niks an doen natuurlijk.' 

‘Goh Bep, wat leuk voor je, maar ik dacht eigenlijk dat je daar niet meer op zat te wachten?’
'Nou kind, dat is ook zo, maar ’t komt zoals ’t komt. Ik was met Marie – een vriendin  van me. Hier kanne we het goed zame vinde, maar als je een paar maande tege mekaars kop an zit te kijke, ga je je eige ergere an kleine dinge hé. En Marie is een hypo… uh, hoe noeme ze dat nou ook alweer…. een hypo…. Nou afijn, ze had overal last van. Ze had ook een koffer vol met medicijne bij d’r. Een pilletje voor dit en een zalluvie voor dat. Ze kreeg jeuk van de zon, jeuk van de ligstoele, jeuk van 't zwembad en van de zee. Ze had een vlekkie hier, en dan weer een vlekkie daar. Nou ik kreeg er de vlekke van in me nek- de rotzenuwe kreeg ik van d’r - Nou daar had ze natuurlijk ook wel wat voor.

In ene had ze ook last van een glute allergie. Nou daar had ik voor die tijd nog nooit wat van gemerkt, want ze vrat alles wat los en vast zat, ook al stond ’t stijf van de glute. Helemaal krankjorum werd ik van d'r. Maar hoe pak je zoiets an hé? Ik denk, ik mot wat doen voor ik haar straks de herses in sla. Dus op een gegeve moment heb ik gewoon gezegd dat ze d’r niet lekker uit zag en dat ze misschien beter effies op bed kon gaan ligge. Nou dat was niet tege dovemansore gezegd. Ze was meteen weer ziek, zwak en misselijk. Misschien een beetje lullig van me, maar nood breekt wette.  

Dus ik ben lekker alleen naar de Hollandse koffietent op de hoek gegaan, effe lekker uit de wind zitte.
En ja hoor, daar zat ie… Henk, in de sneuvelhoek.’
’De sneuvelhoek?’
‘Nou ja, achterin de tent, waar de manne na het biljarte nog effe een lekker afzakkertje neme.’
’Oh,  knik ik begrijpend.’ 
‘Hij bood me een drankie an en het was eigenlijk meteen raak. Liefde op ’t eerste gezicht, van beide kante. ’t Is me toyboy.’ 
Ineens komt er een vreemd gierend geluid uit de mond van Bep. Eerst schrik ik me wezenloos, maar dan herinner ik me weer dat Bep een nogal eigenaardige lach over zich heeft. 
‘Hij is een paar jaar jonger dan ik hé, hij is zeventig. Ja ik denk, wat zij van Paay kan, kan ik ook. Je vindt me toch niet gek hé?’ Haar ogen krijgen ineens een onzekere uitdrukking, iets wat ik bij Bep nooit eerder heb kunnen ontdekken. 
‘Nee hoor Bep, je moet lekker doen waar je zelf zin in hebt, je leeft tenslotte maar één keer.’
’Zo is ‘t schat. Ik had nooit gedacht dat het er nog ’s van zou komme dus zo zie je maar. Maar we gaan niet same wone hoor, we gaan lekker latte. Hij ze eige plekkie - ik hoef niet zo nodig in Den Haag te zitte, mot er niet an denke, en ik hou ook me eige plekkie.

Kijk meid, met me man zaliger ben ik 49 jaar getrouwd geweest. En als je me nou zou vrage hoe we dat zo lang vol hebbe kunne houwe, dan zeg ik alleen maar, we konde mekaar goed vele. Want zeg nou zelluf, hoelang ken een mens constant een ander om zich heen vele? Dat heb ik met niemand anders, dan gaan ze me op de zenuwe werke, neem nou Marie. Kijk, me man had ze eige ding en ik had me eige ding en zame hadden we ook nog een paar dinge.’ Bep geeft me een veelbelovende knipoog en ik krijg ineens visioenen van Bep in de echtelijke sponde.

‘Oh Mop, d’r is er ééntje vrij, ik zou maar holle, als ‘t tenminste gaat lukke met die volle blaas.’ 
Gelukkig, denk ik, net op tijd en dan heb ik het niet over mijn blaas. Haar gierende lach begeleid me naar het toilet waar ze een doekje over de bril haalt. 
‘Ga je gang meid.’ 
‘Hoe is het eigenlijk met je vriendin Marie afgelopen Bep?’ vraag ik voor ik de toiletdeur achter me sluit. ‘Oh, die hebben we in late slape.' 
Er volgt weer een lange gierende uithaal … 
‘nee hoor schat, geintje!’


© Ingrid Punt maart 2013


zaterdag 1 februari 2014

Handlezen




Handlezen

"Handlezen, één euro," Bep tikt op het bordje dat voor haar op tafel staat en kijkt me vanachter haar leesbril vragend aan. 'Of kom je alleen voor de gezelligheid?’
‘Tja meid, we moeten allemaal een beetje creatief te werk gaan hede ten dage. Dus ik dacht zo bij me eige, ik doe er niemand kwaad mee, dus waarom niet? Zie het als en geintje. Het komt zo…'

'Ik was met Henk -mijn nieuwe Haagse vlam- naar een paranormale beurs. Hij is er helemaal krankjorem van, dus nou vooruit, ik mee. Meid, je weet niet wat je meemaakt. Vijfentwintig euro de man, tel uit je winst. En druk… en allemaal van die zielepiete die denke d’r beter van te worde. Je moest iets persoonlijks neer legge, dus ik heb ’t schoteltje van hier daar op die tafel gezet.

Het begon al lekker. Die helderziende bleek een soort afgekeurde Jomanda in een lange jurk die het podium op kwam hinken. Het leek er wel eentje van de zwarte kousenclub. D’r compagnon was een klein dikkertje, dat plaatsnam achter een orgeltje. Ik dacht nog, ach gut, ’t lijkt wel een komische act. Echt een paar apart zal ik maar zegge. Met moeite kon ik de slappe lach -die natuurlijk al snel op kwam zette inhoude. Arme Henk, die voelde de bui al hange, dus die zat me al in me hand te knijpe.

Afijn, na een paar valse note op dat orgeltje begint die nep Jomanda met haar helderziende gave en laat ze nou nét mijn schoteltje van tafel pakke. Ze begon over een moeilijke stoelgang. Dus ik steek me vinger op, want dat moest dus bij herkenning. Begon ze over me zere knieë, nou dat is een makkie. Elke blinde kan zien dat ik moeilijk loop. Maar ze bleef daar maar over door zeure. Kreeg zeker niks anders van bove door. Ik moest echt op me tong bijte anders had ik gezegd dat ze naar d’r eige rot knieë moest kijke.

Maar ik laat me niet meteen kenne, dus ik denk, effe meespele Bep. Op een gegeve moment pakt ze me hand en zegt, U bent krankzinnig. Me bloeddruk begon al te stijge… had ik haar verkeerd verstaan. Kunstzinnig, bedoelde ze. Nou kunstzinnig klopt wel. Na de geboorte van me kleinkindere ben ik an het breie geslage. Truie met Micky en Donald Duck, zo mooi… niet te filme. Maar die koters ware allergisch voor wol, dus binne een mum van tijd zate ze onder de uitslag. Nou toen had ik het gauw bekeke. Wat dat betreft zat ze dus wel goed. Maar het kan even zo goed een toevalstreffer geweest zijn, niet dan?

Ik bedoel maar, dat is toch maar effe snel verdient. Dus ik denk… wat Jomanda ken, ken ik nog veel beter. Nou meid. Ik kan je vertelle, sinds ik dat extra schoteltje heb neer gezet zit ik op spirituele roze. En al wat je nodig heb is gewoon een flinke dosis mensekennis. Je moet de mense gewoon goed ankijke en dan weet je al half wat voor vlees je in de kuip heb. De mense late d'r eige zien zoals ze zijn zal ik maar zegge.

‘Hé, tante Bep, kan u mijn hand ook lezen? De opgeschoten knaap voor me legt een euro op het schoteltje en duwt zijn hand onder de neus van Bep.
‘Je hebt in elk geval je hande niet goed afgedroogd jongen, dat is over duidelijk.’zegt Bep terwijl ze zijn hand inspecteerd.
‘Maar….’ze kijkt de jongen bezwerend aan. ‘Maar… binnenkort ga je in de auto naar je werk en zegge ze meneer tege je.’
Zijn wangen kleuren rood. ‘Goh, te gek, dank U wel ,’ en hij maakt zich – met een glimlach van oor tot oor uit de voeten.

‘Die was niet zo moeilijk hoor, ik heb ze moeder gistere gesproke, die komt hier elke dag wel effe langs,’zegt bep me zodra de jongen uit het zicht verdwenen is. Morge heeft ie een sollicitatie gesprek. En of hij nou wel of niet word angenome, het is goed voor ze zelfvertrouwe, dus ik doe er eigenlijk niemand kwaad mee.

Zie je die dame daar voor de spiegel?’ Voor de spiegel staat een vrouw van middelbare leeftijd aan haar kapsel en kleren te plukken. ‘Ze komt net van de kapper en ‘t zit niet naar haar zin. Kijk maar, er zitten nog haartjes tussen haar kraag. Een grote bos bloeme in haar tas. Dat mantelpakkie draagt ze alleen op zon en feestdage, en is niet echt meer van deze tijd. En nu kwam ze d'r vanmorge achter dat het ineens wel erg aan de krappe kant zit. Maar ja, het is haar enige nette pakkie. Knellende schoene, aan de hakke te zien nét gekocht, en daar heeft ze nu al spijt van.…Conclusie, ze gaat naar een feesie, waarschijnlijk een verjaardag.
De vrouw wast haar handen, plukt nog even aan haar kapsel, loopt moeizaam langs Bep’s tafeltje en legt dan een muntje op het schoteltje.‘Handlezen? Goh, wat grappig.’Ze haal nog een euro uit haar portemonnee en duwt haar vlezige hand onder de neus van Bep. ‘Oh, zegt Bep, ‘ik zie het al. Een feesie in het verschiet. U en uw kapper begrijpe elkaar niet en U heeft een gigantische miskoop gedaan. O ja, en U gaat binnekort op dieet.

‘Wonderbaarlijk,’ kirt de dame, ‘hoe weet U dat allemaal?’
’Dat lees ik net in uw hand dame, tja, het is een gave. ’
De vrouw loopt hoofdschuddend met haar pijnlijke voeten weg.

‘Geef me je hand 's ‘zegt Bep en ik voel me een beetje ongemakkelijk.
‘Nou vooruit, niet zo kinderachtig, voor jou doe ik het gratis. Ze neemt mijn hand in de houtgreep en er is geen ontkomen aan.
’Ja hoor, jij moet gaan schrijve.’
’Dat is geen kunst Bep, dat wist je.’
’Nou oké, maar je eerste roman komt uit op…’
Ik kijk haar vol verwachting aan...
'Het toilet is vrij, en de rest mag je zelf invulle lieverd’
Ik zucht terwijl ik naar de toiletdeur loop. Ze heeft gelijk, sommige dingen hebben we gewoon zelf in de hand.

© Ingrid Punt april 2013


maandag 27 januari 2014

Elfstedentocht


Elfstedentocht


“Kijk uit hoor meid dat je niet onderuit gaat. Ik had al een dweiltje neergelegd en een bordje d’r bij met –voeten vegen a.u.b.- maar geen hond die ’t leest, ze lope zo met d’r sneeuwschuivers naar binne, en voor je ’t weet leg je op je muil. Daar kan ik echt niet tegenop dweile. Wat is ’t trouwens koud hé?”
Bep wrijft in haar wollen wanten en trekt de felgekleurde ijsmuts die ze op haar hoofd heeft nog wat strakker aan. Als ze ziet dat ik haar hoofddeksel sta te bewonderen verontschuldigd ze zich.
“Ja ’t ziet er misschien niet uit, maar het is niet om te harde als je hier zo’n hele dag mot zitte, ik heb alleen maar dat ene straalkacheltje. Ik had me toch een kouwe fikke”
Ik werp een blik in de spiegel en zie dat ik in mijn witte winterjas wel iets weg heb van een poolbeer.
“Wat maakt ’t uit Bep, we lopen d’r allemaal als gestopte worsten bij met dit weer, wat kan ‘t je schelen. Als je het maar niet koud hebt.”

”Je heb nog gelijk ook. Heb jij al geschaatst? “
”Nee Bep, hoe zal ik het zeggen, schaatsen is niet echt mijn ding, ik zwem liever."
“Nou ik bak d’r ook niet veel van, ja mijn man zaliger was een echte schaatser, maar die kwam dan ook uit Friesland.”
“Oh ja Bep, was jij met een Fries getrouwd?” vraag ik vol interesse.”
“Nou ja.... hij kwam eigenlijk uit Gelderland, maar dat scheelt maar een slok op een borrel.”
“Ik denk niet dat ze het daar in Friesland met je eens zijn Bep.”
“Ach, wat maakt ’t uit, hij kon in ieder geval lekker schaatse en dat deed ie dan ook veel en graag. Met ze hande op ze rug en dan maakte die van die lange slage met ze lange bene .’t Was gewoon een lust voor ’t oog als je hem voorbij zag schuive. Hij heeft ’t mij ook nog probere te lere, maar dat was niet echt een succes. Volgens mij heb ik daar toen ook me knieën mee vernacheld.
Ik zie mezelf nog stuntele achter een keukestoel met van die Friese doorlopers waar je zo lekker op zwikte en een knalrood kusse an me toges gebonde. Ik leek wel een baviaan. Maar ik ging nogal vaak onderuit en dan wil je wel. Nee, ik was zéker geen Joon Haanappel.

Er komt een moeder met een huilend meisje naar binnen glijden. “Mama koopt zo wel nieuwe wantjes voor je. Ze is haar wantjes verloren.” zegt moeder terwijl ze ons wanhopig aankijkt.
“Ach kind heb je van die kouwe handjes dan, kom... dan zal Tante Bep ze wel effies warm make.”
Bep klemt de rood-blauwe handjes van het meisje tussen die van haar en begint te wrijven of haar leven er vanaf hangt. Het kind kijkt haar verschrikt aan maar is direct haar tranen vergeten.
“Zo lieverd, zo gaat het wel weer hé. Het kind lacht door haar tranen heen als Bep haar een paar toffees in haar handjes propt. Ze geeft de moeder een knipoog en moeder en kind duiken het toilet in.

Wat denk je, zou die doorgaan? “
“Wat Bep?”
”Nou de elfstedetocht natuurlijk, zou die doorgaan?”
“Ik heb eerlijk gezegd geen idee Bep, als het een beetje door vriest zit er wel een kans in,"
"Nou ik hoop het wel, dan ga ik lekker tv kijke. Ik heb me buurtjes al allemaal uitgenodigd. Hij van die hengel komt ook, voorlopig kan ie toch niet vissen. Gezellig, ik heb al chocolademelk en een neutje ingeslagen. Lekker appeltaartje d’r bij. Hé ja, ik heb d’r echt zin in om die gaste te zien Klune.
Daar krijg ik dan zo’n nostalgies gevoel van.”
Haar ogen worden vochtig, ” net of ik me man weer voorbij zie schuive.”
Maar dan mot ’t wel doorgaan hé. Anders mot ik die rotzooi allemaal alleen weg werke.”

“Kijk, die neut komt wel op, maar van al die appeltaart en chocolademelk krijg ik een vet hart.”

© Ingrid Punt