zondag 25 augustus 2013

Retirade

'Ik heb wel trug van een euro’tje hoor schat,' zegt ze terwijl ze met een hand waar jarenlang noeste arbeid in gegraveerd staat in de zak van haar jasschort graait. 'Nog effies wachte, ze benne allemaal bezet.'
Een oude man trekt zichtbaar opgelucht de toiletdeur achter zich dicht, als hij tevreden naar buiten wil lopen wordt hij door haar teruggeroepen. 'Eerst effies de hande wasse hé mop, anders mag je geen snoepie pakke.' Het mannetje loopt met een rood hoofd terug naar de wasbak en doet netjes wat hem wordt opgedragen, ze heeft de wind er blijkbaar flink onder. 'Ja, je mot ze opvoeden hé, anders komt er niks van die kerels terecht,' gaat ze verder als de oude baas zich daarna snel uit de voeten maakt. 'Hé… je vergeet je snoepie' roept ze hem nog na en geeft me een vette knipoog. Waarna ze gewapend met spuitbus en poetsdoek  grondig het vrijgekomen toilet  inspecteert.

Het wachten duurt iets langer dan gepland. 'Sorry wijffie, je treft het niet, waarschijnlijk is het spits voor de grote boodschap.' Ik probeer me er niets bij voor te stellen. 'Heb je lekker een vrije dag lieverd?' Ik knik bevestigend. 'Lekker hé, ja tegenwoordig hebben de mense véél meer vrije tijd als wij vroeger, werke most je tot je d’r bij neerviel. Nou meid, van een beetje werke is nog niemand slechter geworde hoor, neem dat maar van me an.' Een volle blaas maakt dat ik alles van iedereen aan wil nemen, dus ik knik instemmend. 'Tegenwoordig is 't een vies woord hé, ze motte allemaal studere, arts of weet ik veel wat, een beetje schilder of timmerman is haast niet meer te krijge. Daar hebbe we nu Pole voor. Voor jou is ie vrij hoor schat, eerste deur,' ze kijkt de man na, gestoken in een keurig grijs maatpak en bruine leren schoenen. 'Makelaar!'...  'Sorry?' zeg ik... 'da’s een makelaar' gaat ze verder, ' grijs pak, bruine schoenen, ik pik ze d’r zo uit.' zegt ze zelfverzekerd. Mijn blaas gelooft haar op haar woord.

'Nee, tegenwoordig zijn ze te beroerd om an te pakke, ze houwe liever hun hand op, van de week op de tv nog, dat mens zat tot over d’r ore in de schuld… wat denk je dat ze zegt?' Aangezien ik het desbetreffende programma niet heb gezien, kan ik er alleen maar naar gissen, maar gelukkig gaat ze onverstoorbaar verder. 'JE DENKT TOCH NIET DAT IK ACHTER EEN KASSA GA ZITTE HÉ? Nee, daar was mevrouw te mooi voor, nou vraag ik je, vroeger most je zelf je rotzooi oplosse, nou kan de hele wereld mee geniete en kan je op je lauwere gaan ruste en wachte tot een ander je probleme oplost. Toen ik dertien was most ik al an het werk, als hulp in de huishouding, ramen zemen, kleedjes kloppe, plee’s boenen, niet echt de leukste karweitjes en al me verdienste kon ik thuis afdrage. Arremoe hé, dat ik ging trouwe had ik geen rooie cent. Het huis was ingericht met krijgertjes, maar ik wist er toch wat gezelligs van te maken, en je was gelukkig met wat je had. Kom d’r nou nog maar ’s om, ze motte meteen op fluweel zitte.'

'Hoe oud denk je dat ik ben?' Vraagt ze me plotseling met een vorsende blik… de diepe lijnen in haar gezicht vertellen een ander verhaal dan haar keurig bruin geverfde kapsel waar geen spoortje grijs in te bekennen valt. Toch enigszins voor het blok gezet besluit ik ruim aan de veilige kant van mijn inschatting te gaan zitten, 'vierenzestig? ' …… 'TWEEËNZEVENTIG!' zegt ze glunderend, 'dat had je zéker niet gedacht hé?' Nee, dat had ik zeker niet gedacht, ik voel plots een hoge nood opkomen en ik vraag me af hoe lang het nog gaat duren, terwijl ik naar de vier gesloten toiletdeuren voor me kijk. Maar er volgt geen enkele beweging, hoe dwingend ik er ook naar kijk. 'Én altijd hard gewerkt hé, ik zat geen dag zonder…  eigenlijk zouw ik op m’n zeventigste gaan stoppe, dat hadde me man (ook zo’n harde werker) en ik zo afgesproke, we zouwe lekker same op pad gaan, same boodschappies doen op de markt, same naar ons kaartclubbie, lekker naar de tuin, gewoon lekker same geniete, maar toen ging ie plotseling dood… tsja, en wat mot je dan thuis in je ééntje?'

Aangezien ik ook geen idee heb ben ik blij dat één van de deuren eindelijk open gaat, dat scheelt me weer een welgemeend opbeurend maar tevens nietszeggend antwoord. 'Zo mop, jij lust zeker wel een lekker zuurtje hé,' zegt ze tegen de kleine meid die door haar moeder in haar maillot wordt gehezen. De kleine meid graait verlegen met haar kleine knuistjes in de schaal met snoepjes, en ik haast me naar de openstaande deur.

Terwijl ik de knip op de deur doe, hoor ik haar zeggen …
'Ik heb wel trug van een euro’tje  hoor schat.'

Copyright © Ingrid Punt maart 2011

2 opmerkingen:

  1. Het kwam me al bekend voor maar ik had je inleiding niet gelezen! xxx

    BeantwoordenVerwijderen