dinsdag 3 september 2013

Blind-date



Blind date

'Meid je gelooft je oren niet… maar ik heb vanavond een blinddate…  en dat op mijn  leeftijd!'
Ze giechelt en plukt een beetje zenuwachtig aan haar kapsel   –wat gezien haar leeftijd aandoenlijk aandoet -  het donkerbruine haar heeft plaatsgemaakt voor een onbestendige kleur.  Het is niet écht roze maar neigt naar zalmkleurig.
'Me vriendin heb een nieuwe buurman, een weduwnaar. Ze dacht me een plezier te doen. Voor mij persoonlijk hoeft het allemaal niet zo nodig maar ze was zó enthousiast en om het dan af te zeggen, dat vind ik dan ook weer zo kinderachtig. Volgens zegge is het een keurige heer, maar volgens zegge is er een hoop geloge natuurlijk. Voor hetzelfde geld knijpt ie de katjes in het donker. En het is letterlijk een blinddate want hij schijnt zo kippig als de pest te zijn. Nou, als ie ze hond maar thuis laat, want ik heb niks met katte…  en al helemaal niks met honde.'
Ze begint te gieren zoals ik het inmiddels van haar gewend bent.
'Ik hoop alleen dat die vent er niet te veel van verwacht. Gewoon, alleen voor de gezelligheid hé. An mijn lijf geen polonaise, hande van de koets zulle we maar zegge.'

'Ach, als ie maar schoon op zichzelf is, ik heb een pesthekel aan vieze nagels.'
Automatisch kijk ik even naar mijn eigen nagels om te concluderen dat die er volgens haar strenge normen best mee door kunnen.
'Ik zou eerst nog naar de kapper gaan, want je wil tenslotte wel een beetje appetijtelijk voor de dag komme hé…  normaal doe ik het zelf. Altijd dezelfde kleur, lekker makkelijk, maar een mens wil wel ’s wat anders. Maar weet je wel wat de kapper kost tegenwoordig?'
'Géén idee Bep, Ik heb last van Keirofobie dus ik ga zelden of nooit naar de kapper' vertrouw ik haar zachtjes toe.
'Van wat?' Ze knijpt haar ogen tot spleetjes, maar zit duidelijk niet te wachten op uitleg over een voor haar onbekende enge ziekte, dus ze gaat verder met haar verhaal.
'Nou ja… voor mij te duur, dus ik naar de drogist voor een kleurspoeling. Maar alle Jezus wat een keus heb je tegenwoordig. Daar heb je een dagtaak an, als je een besluiteloos type bent  -en dat ben ik-  dan mag je wel een  slaapzak meeneme. Maar afijn,  na zeker een half uur zoeke zag ik door de bome het bos niet meer en heb ik maar gewoon een pak in me mandje gegooid. Goudblond stond erop dus ik denk…  goud…  dan zit je altijd goed.  Maar op het pak zag het er toch heel anders uit.'
Ze kijkt me even onzeker aan, om vervolgens haar schouders op te halen.
'Ach, hij is toch kippig dus wat kan het schele.' 

'Verder schijnt ie d’r  -volgens me vriendin dan hé- redelijk uit te zien. Me vriendin kennende bedoelt ze gewoon oerlelijk. Van een knap bord ken je niet ete zei me moeder dan altijd… dat hang je an de muur. En gelijk had ze. Me man zaliger was ook niet echt een schoonheid… maar lieeeef.'
Ze rolt even met haar ogen om haar woorden kracht bij te zetten.
'Kind hij droeg me op hande. Ik hoefde maar te kikke, en we hadden het zó gezellig same.'
Haar ogen krijgen even een dromerige blik.

'Goedemiddag, kan ik door lopen?'
We worden beiden opgeschrikt door het geluid van een zware mannenstem.
'Ja hoor meneer, de here is vrij' zegt ze met een hemelse blik.
Ze kijkt de man -groot,slank en met wat ze noemen een mooie karakteristieke kop- heel even bedenkelijk na alvorens hij de deur achter zich dicht trekt.
'Kijk, die zou je nou in een lijssie aan de muur wille. Die heb je dus niet alleen hé, als vrouw zijnde. Daar heb je geen moer an.' 

'Voordat ik me man leerde kenne ben ik ook nog ’s een blauwe maandag verloofd geweest met éne Piet. Ook zo’n knappe vent, lang, slank, donkere bos met haar, maar altijd achter de meide an, en die meide achter hem. Kind, ik werd er gek van. Dus ik heb ’t uitgemaakt. Woest was ie, hoe durfde ik. Nou een paar jaar gelede  zag ik ‘m terug. Was niet veel van ze schoonheid over gebleve. Een pokdalige kale knar en een gigantische bierbuik, de honde luste d’r geen brood van. Dus ik ben best benieuwd…  je mot het maar zo zien…  een gezellig avondje zo op z’n tijd, dat sla je niet af.'
Ze heeft haar dromerige blik inmiddels weer  terug.  'Misschien houd ie ook wel van sjoelen.'  

Copyright © Ingrid Punt mei 2011



~

1 opmerking:

  1. Alleen is maar alleen. Zie (en hoor) het zo voor me.
    Je weet 't precies neer te pennen.

    BeantwoordenVerwijderen