maandag 16 september 2013

Moppie


Moppie

'Goh… ik ben toch zó blij dat we elkaar weer zien.'
Ik kijk Bep niet begrijpend aan.
'De wereld zou toch vergaan, het laatste oordeel, de zondvloed, het einde der tijde en weet ik wat nog meer voor onzin. Kijk, voor mij maakt 't niet zoveel uit. Ik heb een zwaar maar mooi leve achter de rug. Maar jij komt net kijke.'
Ik schiet in de lach en kijk naar het grijze hoofd tegenover me in de spiegel.
'Ja, zo is ’t toch? Ze make de mense helemaal gek met die flauwekul en d'r zijn d'r altijd wel een paar die d'r in trappe en hun eige voor die tijd nog effe snel opknope. Een kennis van me is zelfs verkast naar Hongarije want daar zou die hoog boven op een modderige berg veilig zijn. Da’s toch triest, ze hele hebbe en houwe verkocht en nou zit ie daar in de middle of nowhere helemaal in ze eentje te verpietere en dan gebeurt er niks, noppes, nada.' 

'Nou als het gaat giete heb ik op de tuin nog wel een opblaasbare rubberboot van me kleinzoon legge. Maar ik was toch wel blij hoor dat ik vanmorge nog het licht zag, ik heb van de week nieuwe schoene gekocht en die had ik nog niet aangehad.'
Ik kijk verbaast naar de hoog gehakte pumps aan haar voeten.
'Ja, wat een moppie's hé, 't zijn eigenlijk zitschoene, ik kan d'r niet op lope met die rot knieë van me. Maar ik vond ze zó mooi. Maar ik heb ook slippers bij me hoor.'
'Oh, gelukkig,' zucht ik welgemeend met een schuine blik op haar vlezige wreven die gevaarlijk over het rode lakleer puilen. 

'Voor ik 't vergeet, volgende week ben ik er niet, dan neemt me zuster uit Groninge het effe een paar dage van me over. Ik ga met een vriendin op stap, die begint een beetje te dementere dus ik dacht dat zal haar vast wel effe goed doen, zolang ze het nog beseft.'
'Ik zal je missen Bep.'
'Maar Corrie is ook best aardig hoor – een beetje een dooie - maar gooi d'r een borrel in en je hebt een topavond. Ze schud ze zo uit d'r mouw, Max Tailleur is er niks bij. Je vraagt je af waar ze 't allemaal vandaan haalt met die droge kop van d'r.'
Bep begint te glimmen … 'moet je hore….'

- D'r komt een man bij de dokter ... dokter ik ben half doof.
- Dat kan niet meneer U bent doof of U bent niet doof.
- Dokter…. Ik ben halfdoof.
- Zegt U mij maar na, zegt de dokter…
- dokter; '10'
- patient; ' 5'
- dokter; ' 4'
- patient; ' 2'

Ze slaat haar handen op haar -rot- knieën en begint met lange uithalen te gieren. 
'Geweldig toch? En dan moet je die droge kop van me zuster d'r bij zien.' 
Ze droogt haar ogen, maar heeft duidelijk de smaak te pakken en gaat hinnikend verder…. 

- Ik heb een slechte mededeling voor U meneer... U heeft niet zo lang meer te leve.
- Wat is niet zo lang meer dokter?
- 10 meneer!
- 10 wat dokter… jare, maande, weke?
- 10,9,8,7,6,5…

Bep hapt naar lucht en klapt voorover op haar stoel. Als ze na een minuut of vijf blauw aan loopt begin ik me een beetje zorgen te maken. Maar na een lange uithaal zegt ze eindelijk  met een benepen stemmetje,
' Het zou nog leuker zijn als je die twee moppen combineert, oh…  ik pies zowat in me broek.'
Waarop ik snel een blik werp op de emmer met mop die achter in de toiletruimte staat en hoop dat hij daar niet staat waarvoor ik denk dat hij daar staat. 
Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij.

'Hallo moppie, moet jij zo nodig,' hoor ik Bep nog na grinnikend zeggen. Voor me staat een roodharig meisje van een jaar of zes –beentjes strak over elkaar geslagen- Bep benauwd knikkend aan te kijken.
'Die mevrouw vind het vast niet erg als jij effe voorgaat,' zegt ze tegen het moppie terwijl ze mij een knipoog geeft. En terwijl het moppie met haar beentjes gekruist naar het toilet hinkelt, kijkt Bep me lachend aan en vraagt …

'Ken je die van Sam en Moos die naar Parijs gingen?'




Copyright © Ingrid Punt mei 2011 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten